laatste les voor de toets

Laatste les voor de toets
Herhaling
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Laatste les voor de toets
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Promotiebeleid
De manier waarop een bedrijf het product onder de aandacht brengt.

Slide 2 - Diapositive

Bij een goed promotiebeleid 
verkoop je meer
bijvoorbeeld door reclame, social media 

Slide 3 - Diapositive

Reclame
Reclame

Slide 4 - Diapositive

Prijsbeleid
Het beinvloeden van de prijzen in je winkel om te zorgen dat de verkoop omhoog gaat.

bijvoorbeeld kortingen , aanbiedingen 

Slide 5 - Diapositive

Een goed prijsbeleid zorgt voor
meer verkopen

Slide 6 - Diapositive

Plaatsbeleid
waar wordt het product verkocht.

Hoe kan je dat doen? Waar hou je rekening mee?



Slide 7 - Diapositive

Plaatsbeleid

komen er veel kopers
centrum van de stad
internet

Slide 8 - Diapositive

Productbeleid
keuze in (veelgevraagde) artikelen en verpakkingen die in de smaak valt bij klanten.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het gevolg van een goed productbeleid?
Dat er goed (meer) wordt verkocht

Slide 10 - Diapositive

Marketing / marketingmix
Het stimuleren van de verkoop door een mix van prijsbeleid, productbeleid, plaatsbeleid en promotiebeleid. (de vier p's)

Slide 11 - Diapositive

Marketingmix
- Product
- Prijsbeleid
- Plaatsbeleid
- Promotiebeleid

Slide 12 - Diapositive

Omzet



  • De omzet is het totale bedrag wat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten. 

  • omzet =  afzet x verkoopprijs



Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld

Verkoopprijs € 2,60 van een brood.
Deze maand heeft hij 1500 broden verkocht


.Hoeveel is de omzet? (1 min, in stilte)
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Inkoopwaarde en brutowinst
De inkoopwaarde is het bedrag waarvoor de verkochte producten zijn ingekocht.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 15 - Diapositive

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Voorbeeld.
Verkoopprijs is € 2,50,-- van een brood
Inkoopprijs is € 2,--
Ik heb verkocht 500 broden.
Wat is de omzet?
Wat is de brutowinst?
 90 sec
timer
1:30

Slide 16 - Diapositive

Bedrijfskosten zijn: Alles wat bedrijf kwijt is voor de productie van goederen en diensten.

Voorbeelden

  • benzine voor bedrijfsauto
  • huur
  • verzekeringen
  • energie

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

  • Omzet = € 50000,-
  • Inkoopwaarde = € 20000,-  
  • Bedrijfskosten = € 5000,-




90 seconden in stilte


Wat is de brutowinst?

Wat is de nettowinst?

timer
1:30

Slide 19 - Diapositive

Wat doet een bedrijf met de nettowinst?
  • levensonderhoud eigenaar
  • reserveren/opvangen van verliezen
  • investeringen in het bedrijf

Slide 20 - Diapositive

Omzet = € 50000,-

Inkoopwaarde = € 20000,-

Bedrijfskosten = € 5000,-


Wat is de brutowinst?

Wat is de nettowinst?

Slide 21 - Diapositive

Een fietsenmaker verkoopt 10 elektrische fietsen van € 1200,- per stuk. De inkoop is € 850,- per fiets. De bedrijfskosten zijn € 2000,- .

90 seconden in stilte
Wat is de nettowinst?
Wat is de brutowinst?
timer
1:30

Slide 22 - Diapositive

Milieu
  1. Biologische producten: milieu vriendelijk geteeld.
  2. Recycling: afval gebruiken voor nieuwe producten.
  3. Statiegeld
  4. Assortiment: verschillende producten die een winkelier verkoopt 

Slide 23 - Diapositive

Succes met de toets

TIP: oefen met het maken van TEST jezelf van alle paragrafen en maak dan de oefentoets

Slide 24 - Diapositive

Onderwerpen
  1. grondstoffen
  2. eindproducten
  3. Bedrijfskolom
  4. toegevoegde waarde

Slide 25 - Diapositive

Wat zijn grondstoffen?
  • Grondstoffen komen uit de natuur.  (Hout van bomen, groente, fruit, olie, ijzererts)
  • Er wordt iets van gemaakt.
  • Vb: Van hout maken we een tafel of van appels maken we appelmoes. 

Slide 26 - Diapositive

Eindproducten zijn producten die klaar zijn voor de verkoop aan de consument

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Bedrijfskolom
Een voorbeeld:
de bedrijfskolom van brood.


Bedrijfskolom: een serie bedrijven die betrokken is bij de productie van een artikel

Slide 29 - Diapositive

Toegevoegde waarde
de waarde die bedrijven toevoegen aan een product door de productie

Slide 30 - Diapositive

Van zaadjes naar brood





Totale toegevoegde waarde: €500,-

Slide 31 - Diapositive

3.5 Huiswerk maken 1 tot met 7
maken rekentrainer 3.2


Nakijken par. 3.1 en 3.2


Slide 32 - Diapositive