periode 8 week 3 methodiek MZ

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Hoofdstuk 13 methodiek MZ

lessonUp

Deze lessonup gaat over blz 154 - 164 van het boek Methodiek MZ.

Houd je boek erbij als je de vragen beantwoord!

Activeren

Met activeren wordt bedoeld een client stimuleren, actief maken, aanzetten tot een activiteit voor een betere kwaliteit van leven.

Als je door activering het gevoel krijgt je leven meer in de hand te hebben is dat goed voor je eigenwaarde.

met het vergroten van zelfredzaamheid wordt bedoeld

1. dat iemand steeds meer gehospitaliseerd raakt
2. dat iemand steeds meer zelf kan
3. dat je als MZ veel taken overneemt

Samenwerking

Vaak betrek je mensen uit het netwerk, zoals familie en naasten. Niet iedereen heeft namelijk een even realistisch beeld vand eigen mogelijkheden. Overvraag je een client niet of biedt je te weinig prikkels, dit is belangrijk rekening mee te houden.

in H 13.2.1 staan verschillende soorten van activiteiten benoemd
waar gaat zelfzorgactiviteiten over:

in H 13.2.1 staan verschillende soorten van activiteiten benoemd: waar gaan arbeidsmatige activiteiten over

Waar gaan vormings- of educatieve activiteiten over

1. richten zich op de zorg voor het eigen lichaam
2. richting zich op iets leren
3. richten zich op iets produceren of diensten verlenen
4. beogen de ontwikkeling van de client te stimuleren

waar gaan arbeidsmatige activiteiten over

1. richten zich op de zorg voor het eigen lichaam
2. richting zich op iets leren
3. richten zich op iets produceren of diensten verlenen
4. beogen de ontwikkeling van de client te stimuleren

Waar gaan ontwikkelingsgerichte activiteiten over

1. richten zich op de zorg voor het eigen lichaam
2. richting zich op iets leren
3. richten zich op iets produceren of diensten verlenen
4. beogen de ontwikkeling van de client te stimuleren

Doel van de activiteit

je hebt verschillende soorten uitgangspunten om een doel te stellen: zelstandigheid bevorderen, sociale contacten, recreatie en ontspanning, interesses uitbreiden, intergreren in de samenleving, ontwikkeling stimuleren en scholing bieden.

Maaike is 18 jaar en heeft down, zij gaat niet naar school, zit veel thuis maar heeft wel vrienden. Met welke doelen ga je een activiteit inzetten.

Evaluatievragen 

voordat je je werkplan gaat uitvoeren, stel je evaluatievragen op. Je bedenkt vooraf op welke vragen je antwoord wilt hebben. Daarmee moet je van te voren nadenken over je plan. 

procesevaluatie

productevaluatie

is het doel behaald?

je evalueert alle fasen die je doorlopen hebt en alle keuzes die gemaakt zijn

MDO staat voor

1. Multifocaal overleg
2. multidisciplinair overleg
3. Multinationaal overleg
4. Mutifuncioneel overleg

Waarom is het belangrijk dat je een activiteit afstemt met collega's en naasten.

Welke drie dingen die je volgens het boek (13.4) voordat je een activiteit gaat uitvoeren en ben je het hiermee eens

Instrinsieke motivatie is

1. de motvivatie die van binnuit komt
2. motivatie die van buitenaf komt

Extrinsieke motivatie is

1. de motvivatie die van binnuit komt
2. motivatie die van buitenaf komt

Als je iemand motiveert welke motivatie is belangrijker om te hebben

1. intrinsieke motivatie
2. extrinsieke motivatie
3. allebei

Instructie

Bij een instructie vertel je precies wat er gaat gebeuren, wie wat doet en op welke manier. het hangt van de doelgroep en client af hoe je de instructie geeft (denk maar aan wat jezelf prettig vindt)

Hoe geef je een instructie, omschrijf dit stapsgewijs

Begeleiden

Iemand helpen bij wat hij doet, onderteuning bieden. Dit is alles wat je doet tijdens een activiteit of handeling. Je werkt vanuit de hulpvraag naar een doel toe

Begeleiden 

Om op een effectieve manier te kunnen begeleiden moet je in staat zijn om te kunnen wisselen in verschillende manieren van begeleiden. het vraagt iedere keer een andere manier van begeleiden van jou

Tijdens de uitvoering van een activiteit blijf je jezelf de opgestelde evaluatievragen stellen

1. ja
2. nee

Aan de hand van de gestelde evaluatievragen kan het zijn dat je het plan bijstelt

1. ja
2. nee

wat weet je over een
draaiboek

Huiswerk week 4!! (volg week) opdrachten maken H13 

blz 111 - blz 114

opdracht 1 tot 5