Spelling H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat we al hebben gehad:

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

Voltooid deelwoord

Vandaag

Onvoltooid deelwoord

Bijvoegelijk gebruiken

Hoe op de toets?

Zin waar werkwoord moet worden ingevuld.

Ik (zijn) op school. => invullen : ben / was 

Staat soms welke tijd, anders moet je het uit de zin halen.

Dat heeft me altijd [verbazen].

Ik [betalen, (v.t.)] voor de panini.

[worden (t.t.)] je ook zo moe van werkwoordspelling?

De werkwoordspelling heb ik altijd [haten].

Wij [zijn] gisteren te laat aanwezig in de les van meneer Beijk.

Vorige week (beelden) de kinderen op de weeksluiting een sprookje uit.

Zijn zusje wordt ’s zomers nooit bruin, maar ze (vervellen) wel.

onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets bezig is of dat iemand zich zo voordoet. 

onvoltooid deelwoord

Je schrijft een onvoltooid deelwoord altijd hetzelfde:

hele werkwoord  + d:

fluitend

lopend

wachtend

Onvoltooid deelwoord

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Er wordt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord gemaakt.

Bijvoeglijk voltooid deelwoord

Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord met een extra -e.

voltooid deelwoord: gerend

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gerend+e

de gerende afstand

voltooid deelwoord: gefietst

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gefietst+e

de gefietste afstand

Bijvoeglijk voltooid deelwoord

Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord zo kort mogelijk.

gefietst - de gefietste afstand

vergroot - de vergrote foto

gehaat - de gehate toets

Let op dat je wel de algemene spellingregels toepast, dus soms heb je wel een extra letter nodig voor de uitspraak.

besmet - de besmette leerling

Bijvoeglijk voltooid deelwoord

Als het voltooid deelwoord al op -en eindigt (en dus onregelmatig is) dan schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gewoon hetzelfde. De uitzondering is dus juist de makkelijkste vorm.

gelopen - De gelopen afstand was 13 kilometer.

geslagen - Het geslagen kind huilde heel erg hard.

vergeten - Het vergeten werk ligt nog thuis.

Bijvoeglijk voltooid deelwoord

=> Ik vergrootte de foto.

vergrootte is persoonsvorm in de verleden tijd

=> Ik hou van vergrote foto’s.

hou is de persoonsvorm

vergrote is een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

De (vallen) oude man had zijn been behoorlijk bezeerd

Van het (kneden) deeg werd een heerlijk worstenbrood gemaakt.

De (aanbranden) aardappels heb ik weggegooid.

De politie gaf een bekeuring aan de (stoppen) coureur.

Het (verloten) kado werd weggegeven aan tante Beppie.

Verder met WW App Blink

Straks start met grammatica!