De maatschappij in de 'nieuwe eeuw'

De maatschappij in de 'nieuwe eeuw'
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De maatschappij in de 'nieuwe eeuw'

Slide 1 - Diapositive

Toetsstof TW 2
  • Toets: 80 minuten, weging 10% 
  • H. 1  19e eeuw 
  • H. 2  De maatschappij in de nieuwe eeuw
  • H.3  Kunst en het gevoel 
  • H.5  Kunst als boodschap 
  • Kunstanalyse schema:  Beeldend / Dans / Theater  (Kennen, begrijpen én toepassen) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Ismes

Slide 4 - Diapositive

Waarom eindigt alles op -isme? 
Er worden veel nieuwe stromingen ontwikkeld door kunstenaars in de 1e helft van de 20e eeuw. De namen van deze stromingen eindigen vaak op - isme. Probeer zoveel mogelijk kunststromingen op te noemen uit de 1e helft 20e eeuw die eindigen op -isme.

Slide 5 - Diapositive

- ismes uit de 1e helft 20e eeuw

Slide 6 - Carte mentale

Voorbeelden 1e helft 20e eeuw: 
Post - impressionisme
Symbolisme
Expressionisme
Surrealisme
Kubisme
Constructivisme
Futurisme
Realisme

Slide 7 - Diapositive

Post-impressionisme
In de 20e eeuw was het impressionisme ontstaan. Je kent misschien Monet wel. Hij schilderde impressies: snelle indrukken, die de sfeer van een moment weergeven. 
We gaan samen een kunstwerk van hem analyseren

Slide 8 - Diapositive

Impressionisme
Vormgeving:

Vorm 
Compositie
Kleur 
Licht 
Ruimte
Techniek
Materiaal

Slide 9 - Diapositive

Noem 3 kenmerken van het impressionisme

Slide 10 - Question ouverte

Post-impressionisme
Een groep kunstschilders in de eerste helft van de 20e eeuw gaat verder in de ontwikkeling van het impressionisme. Wat hetzelfde blijft is dat ze ook niet 'glad' werken. Ook kiezen ze ervoor de werkelijkheid niet precies hetzelfde weer te geven. Wat anders is? Twee voorbeelden

Slide 11 - Diapositive

Vincent v Gogh voegt expressie, gevoel toe.   
Zijn emoties uit hij door de vormen en kleuren te wijzigen als hij dat wil. Dit heet vervorming/abstrahering

Slide 12 - Diapositive

Paul Cezanne 
Hij denkt na over de compositie. Zijn werk lijkt soms al over te gaan naar het schilderen in vlakken (richting abstractie)

Slide 13 - Diapositive

Welk woorden passen wél bij het post-impressionisme?
A
Grove penseelvoering
B
Realistische weergave
C
Experimenteren met kleur
D
Gladde precieze manier van werken

Slide 14 - Quiz

Symbolisme
Eind 20e eeuw zijn er ook al kunstenaars bezig om meer symbolen in hun kunst te gebruiken. Deze kunstwerken beginnen al te lijken op moderne kunst: Het gaat er niet om hoe iets gezien wordt, maar hoe het gevoeld wordt. 
Een voorbeeld 

Slide 15 - Diapositive

Gustav Klimt

Vrouwelijke/
mannelijke symbolen 

Niet realistische vormen 

Niet realistische achtergrond: plat vlak met structuren

Ruimte: Dieptewerking

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Nietsche
Hij meent dat de mens zich meer moet losmaken van de kudde. Een mens die zijn eigen weg kiest. Dit noemen we nu ook wel individualisme en het was rond 1900 een heel nieuw idee. 

Het individualisme past bij de moderne kunstenaar: Hij werkt steeds vaker autonoom. Hij laat steeds meer zijn eigen gevoel en ideeën zien in zijn  kunst. 


Slide 18 - Diapositive

Karl Marx 
https://schooltv.nl/video/karl-marx-1818-1883-grondlegger-van-het-communisme/

Schreef een boek over hoe de kloof tussen de arme arbeider en de rijke fabriekseigenaren steeds groter zal worden. Hij gelooft dat het kapitalisme niet zal werken. Daarom bedenkt hij het eerlijkere systeem van het socialisme. De arbeiders moeten zich bewust worden van het klassensysteem en in opstand komen! Ze moeten strijden voor een klassenloze communistische staat. 

Slide 19 - Diapositive

Lees / Maak: 
Lees uit hoofdstuk 2: 
De kunsthandel 
De moderne kunstenaar 

Maak: Vragenblok Inleiding / Opkomst modernisme 

Slide 20 - Diapositive