H18.2 en H18.3

1. Jan heeft ruzie met Piet. Jan slaat Piet in zijn gezicht. Hans, bevoegd opsporingsambtenaar, ziet dit gebeuren. Hij wil Piet aanhouden. Hij pakt hem hiertoe vast. Piet rukt zich met geweld los.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. Jan heeft ruzie met Piet. Jan slaat Piet in zijn gezicht. Hans, bevoegd opsporingsambtenaar, ziet dit gebeuren. Hij wil Piet aanhouden. Hij pakt hem hiertoe vast. Piet rukt zich met geweld los.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 1 - Quiz

2. Jan gooit een ruit in. Geo, bevoegd opsporingsambtenaar ziet dit gebeuren. Hij wil Jan aanhouden. Johan, die dit ziet gebeuren, gaat voor Geo staan waardoor hij niet direct bij Jan kan komen om hem aan te houden.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 2 - Quiz

3. Klaas-Jan staat wild te plassen. Als hij een politieagent aan ziet komen, roept hij naar de politieagent dat deze maar snel door moet lopen omdat hij er anders voor gaat zorgen dat de vrouw van de politieagent even flink in elkaar gerost gaat worden.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 3 - Quiz

4. Tijdens een rechtmatige aanhouding van 2 verdachten, begint een groep jongeren zich te bemoeien met de aanhouding. Ze schreeuwen naar de politieagenten en roepen dat deze de verdachten moeten laten gaan. De politieagenten zien dat andere omstanders hierop reageren en richting de aanhouding komen lopen. De politieagenten vragen de groep jongeren vriendelijk te vertrekken.
A
Ambtsdwang.
B
Opschudding veroorzaken.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 4 - Quiz

5. Peter loopt met zijn vriend Wim over straat. Peter is boos. Hij pakt vervolgens een fiets op en gooit deze in het water. Vervolgens trapt hij een ruit van een geparkeerde auto in. Klan-Jater, bevoegd opsporingsambtenaar, ziet dit gebeuren en wil Peter aanhouden. Voordat hij dat kan doen, trekt Wim hem weg. Klan-Jeter valt hierdoor op de grond en loopt hierdoor een paar forse schrammen op.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 5 - Quiz

6. Jan-Jaap wordt door de politie aangehouden wegens zware mishandeling. Hij wordt voorgeleid aan de hulpofficier van justitie. Deze gelast dat hij wordt opgehouden voor onderzoek. Even later belt de vader van Jan-Jaap met de mededeling dat als de politie zijn zoon niet onmiddellijk laat gaan, hij ervoor zal zorgen dat hele computernetwerk van de politie plat komt te liggen.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 6 - Quiz

7. Koos beledigt een politieagent. Deze houdt hem vervolgens aan door hem vast te pakken. Koos roept vervolgens dat hij hoge mensen bij de politie kent en ervoor gaat zorgen dat hij ontslagen wordt.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 7 - Quiz

8. Harry heeft te goeder trouw een laptop gekocht via Marktplaats. De politie is erachter gekomen dat deze laptop van diefstal afkomstig is en weet dat Harry deze laptop te goeder trouw heeft gekocht. De politie wil deze laptop in beslag nemen voor het onderzoek naar deze diefstal. Een politieagent komt bij Harry aan de deur en vordert de uitlevering van deze laptop. Harry weigert.
A
Ambtsdwang.
B
Wederspannigheid.
C
Ambtelijk bevel/belemmeren.
D
Geen van de in A, B en C genoemde misdrijven.

Slide 8 - Quiz

1. Jan heeft een bekeuring wegens wildplassen gehad van Kees die bevoegd opsporingsambtenaar is. De volgende dag ziet hij Kees die in burger is en niet aan het werk is in een café en zegt: ‘vuile klootzak met je klotebekeuringen’.
A
Belediging van een ambtenaar.
B
Eenvoudige belediging.
C
Geen belediging.

Slide 9 - Quiz

2. Pieter is bevoegd opsporingsambtenaar en is in burger. Hij ziet dat Jan wildplast binnen de bebouwde kom. Hij loopt naar Jan toe en zegt dat hij daarmee moet stoppen. Jan scheldt hem vervolgens uit voor hoerenzoon.
A
Belediging van een ambtenaar.
B
Eenvoudige belediging.
C
Geen belediging.

Slide 10 - Quiz

3. Klaas wordt door een Pieter, bevoegd opsporingsambtenaar, aangehouden wegens vernieling. Hij wordt meegenomen ter voorgeleiding aan de hulpofficier van justitie. Uiteindelijk wordt hij met een strafbeschikking heengezonden. Een jaar later komt Klaas Pieter weer tegen tijdens een avondje stappen. Pieter is niet werkzaam, maar in privétijd. Klaas zegt tegen Pieter dat hij een hoerenloper is.
A
Belediging van een ambtenaar.
B
Eenvoudige belediging.
C
Geen belediging.

Slide 11 - Quiz