Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
WELKOM!
Ga naar LessonUp.com en vul de code linksonder in.
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Rechtspraak en straffen
Slide 2 - Diapositive
Wat ik doe: Ik heet de leerlingen welkom en benoem dat we het vandaag gaan hebben over rechtspraak en straffen. Voordat ik verder ga met mijn inleiding, ben ik benieuwd of jullie weten wie deze man is. Vul maar in! (volgende dia).
Programma
Herhaling paragraaf 3
Hoe verloopt een rechtszaak?
Spel! (20 minuten)
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Legt vast in:
Heeft als taak:
onderzoek klaar?:
leidt onderzoek van:
onderdeel van:
Drie opties:
Seponeren
Transactie of strafbeschikking
vervolgen
Officier van justitie
OM
Politie
Proces-verbaal
Informatie verzamelen
Slide 4 - Question de remorquage
Wat ik doe: Ik leg uit dat we een soort mindmap maken van de vorige les door de woorden naar de goede plek te slepen. Als ze dit goed hebben gedaan, kunnen ze een screenshot maken, waardoor ze een soort samenvatting hebben. Tegelijkertijd activeer ik weer de voorkennis en leg ik uit dat we het vandaag gaan hebben over de stap vervolgen.
Verloop rechtszaak: voor de zitting
Recht op een advocaat (pro-Deoadvocaat)
Dagvaarding van OvJ: beschuldiging, plaats en tijd van zitting.
Slide 5 - Diapositive
Wat ik doe: Ik leg uit dat je na je aanhouding direct recht hebt op een advocaat die in de gaten houdt of de politie en het OM zich aan de regels houden en je tijdens een zitting verdedigt. Inez Weski, de advocaat op de foto, is één van de advocaten van Taghi. Heb je geen genoeg geld, dan krijg je een pro-Deoadvocaat. pro-Deo betekent letterlijk 'voor God' en daarmee wordt bedoeld dat de dienst (bijna) geheel gratis wordt aangeboden. Ook krijg je als verdachte een dagvaarding opgestuurd, waarin staat waarvan je wordt beschuldigd en waar en wanneer de zitting plaatsvindt.
Tijd over: Ik kan schuiven met de afbeeldingen op de dia en inzoomen op de dagvaarding. Daarom zou je die dagvaarding kunnen lezen en beter bekijken met de klas.
Opening
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte en noemt zijn rechten.
1
Aanklacht
De OvJ leest het strafbare feit voor waar de verdachte van beschuldigd wordt.
2
Onderzoek
Rechter ondervraagt verdachte
Advocaat/OvJ ondervraagt getuigen en deskundigen
3
Requisitoir
OvJ probeert schuld aan te tonen
Vraagt rechter om een straf: 'de eis'
4
Pleidooi
De advocaat verdedigt de verdachte
5
Laatste woord
Verdachte mag nog spreken
6
Vonnis
De rechter bepaalt of er schuld is (en de straf)
7
Slide 6 - Diapositive
Leerdoel: De leerling kan de zeven stappen van een zitting onderscheiden.
Wat ik doe: Ik leg uit dat dit een plattegrond is van een rechtszaal. Vooraan zit(ten) de rechter(s). Voor ingewikkelde of zware strafzaken is er een meervoudige strafkamer. Dan zijn er drie rechters. Dit is ook zo in het geval van de zaak van Taghi.
Opening: De rechter opent de zitting, controleert de persoonsgegevens van de verdachte en noemt zijn rechten op.
Aanklacht: Vervolgens mag de OvJ, die links van de rechters zit, de aanklacht voorlezen: waar wordt de verdachte van beschuldigd. Dit stond ook in de dagvaarding.
Onderzoek: Vervolgens begint het onderzoek, waarin de rechter de verdachte ondervraagt en de OvJ en advocaat getuigen en deskundigen mogen ondervragen. Die zitten tegenover de OvJ.
Requisitoir: Na het onderzoek probeert de OvJ aan te tonen dat de verdachte schuldig is. Hij vraagt dan de rechter om de verdachte een bepaalde straf op te leggen. Dit noemen we de eis.
Pleidooi: De advocaat kan dit verhaal ontkrachten in zijn pleidooi. Daarin verdedigt hij de verdachte.
Laatste woord: Tot slot kan de verdachte ook zelf zijn onschuld benadrukken in 'het laatste woord'. Hij kan ook zijn excuses aanbieden en spijt getuigen of aangeven welke schade de verdachte ondervindt aan een eventuele straf.
Vonnis: De rechter heeft als laatste de taak om alle bewijzen en argumenten af te wegen en te komen tot een eindoordeel: het vonnis. Daarin staat of de rechter vindt dat de schuld van de verdachte is bewezen en zo ja, wat de straf is die de verdachte daarvoor krijgt.
Verloop rechtszaak: na de zitting
In hoger beroep bij het gerechtshof
In cassatie bij de Hoge Raad.
Slide 7 - Diapositive
Leerdoel: De leerling kan uitleggen wat mogelijke vervolgstappen zijn na het vonnis van de rechter met behulp van de begrippen 'gerechtshof', 'hoger beroep', 'in cassatie' en 'Hoge Raad'.
Wat ik doe: Ik leg uit dat als de OvJ of de veroordeelde het niet eens is met het vonnis van de rechter, deze in hoger beroep kunnen bij het gerechtshof. Deze gaat dan opnieuw kijken naar de feiten en behandelt de zaak opnieuw. In het geval van de moordenaars van Derk Wiersum wordt ook in hoger beroep gegaan, omdat de veroordeelde vinden dat ze onterecht zijn veroordeeld, want ze zouden onschuldig zijn.
Als je het na het hoger beroep opnieuw niet eens bent met het vonnis, dan kan je in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Deze gaan niet opnieuw kijken naar de feiten, maar kijken enkel of het recht juist is toegepast. Is het bijv. terecht dat een bepaalde getuige niet is gehoord.
Voor vragen: Waar kijkt de Hoge Raad naar (website)
- Een wet of regel is verkeerd uitgelegd
- Er is geen hoor- en wederhoor toegepast
- Er zijn belangrijke vragen of aspecten weggelaten of niet behandeld
- De uitspraak van het gerechtshof is niet goed of begrijpelijk genoeg onderbouwd
- Het gerechtshof heeft onterecht een getuige geweigerd te horen
Voor vragen: Wat is de uitkomst van in cassatie gaan (website).
Er kunnen 3 uitkomsten zijn:
- De Hoge Raad bepaalt dat de uitspraak niet geldig is en dat het gerechtshof het strafproces opnieuw moet doen. Of dat een deel van het strafproces opnieuw moet.
- De Hoge Raad bepaalt dat de uitspraak van het gerechtshof niet geldig is. De Hoge Raad doet daarna zelf een nieuwe uitspraak.
- De Hoge Raad bepaalt dat de zaak niet geschikt is voor cassatie. Dit heet niet-ontvankelijk verklaren. Na deze uitkomst kan de straf uitgevoerd worden.
Zitting = openbaar!
Soms niet
Denk eens terug aan de definitie van een rechtsstaat. Waarom is het belangrijk voor een rechtsstaat dat zittingen openbaar zijn?
Slide 8 - Diapositive
Leerdoel: De leerling kan uitleggen hoe de openbaarheid van zittingen samenhangt met het doel van de rechtsstaat door gebruik te maken van de term machtsmisbruik.
Wat ik doe: Ik leg uit dat als het komt tot een zitting (het moment dat de rechter de zaak gaat behandelen), deze vaak openbaar is. Niet altijd, omdat in sommige gevallen de verdachte wordt beschermd, bijv. omdat deze minderjarig is. Ik stel de vraag waarom een zitting openbaar moet zijn in een rechtsstaat. Ik geef ze even de tijd om daar over na te denken, waarna ik via het rad bepaal wie antwoord mag geven. Als het goede antwoord niet wordt gegeven leg ik zelf uit dat een rechtsstaat 'een rechtssysteem is waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur'. Door openbare zittingen kan iedereen controleren of de rechtszaak eerlijk verloopt, waardoor machtsmisbruik wordt voorkomen.
Onafhankelijke rechtspraak
Waarom is het belangrijk dat rechtspraak onafhankelijk en neutraal is?
Eerlijke rechtspraak!
Burgers worden beschermd tegen de overheid
Geen eigen rechter spelen
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Onafhankelijk
Benoeming voor het leven
Openbare zittingen
Neutraal
Zwarte toga
Mogelijkheid tot wraking
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Vragen of feedback?
xmb@passie.net
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Eén tegen honderd!
Iedereen bordjes met A, B, C.
Bij fout antwoord, ga je zitten.
Eén leerling voor de klas.
Bij fout antwoord, kies ik een nieuw iemand die nog staat.
Slide 12 - Diapositive
Wat ik doe: Ik leg uit dat we één tegen honderd gaan spelen. Iedereen krijgt een bordje van mij met daarop A, B of C. Je gaat staan en ik stel een vraag. Hou je bordje omhoog met het juiste antwoord volgens jou, maar wel met de letter naar jou gericht. Eén leerling staat voor de klas en geeft zijn antwoord, daarna draaien jullie je bordjes om. Heb je een fout antwoord dan ga je zitten en gaat het spel gewoon door. Heeft de leerling voor de klas het foute antwoord, dan doet iedereen weer mee en kiezen we een nieuw iemand om voor de klas te komen die het antwoord wel goed had (die nog staat). Degene die aan het einde van het spel voor de klas staat, heeft gewonnen.