Basis: TH 6 A t/m E

Recap (=samenvatting) TH6: A t/m E
Jullie hebben de afgelopen weken gewerkt aan de opdrachten van A t/m E van Thema 6.
Met deze Lesson Up gaan we kijken wat jullie hiervan geleerd/ onthouden hebben. Succes!! 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Recap (=samenvatting) TH6: A t/m E
Jullie hebben de afgelopen weken gewerkt aan de opdrachten van A t/m E van Thema 6.
Met deze Lesson Up gaan we kijken wat jullie hiervan geleerd/ onthouden hebben. Succes!! 

Slide 1 - Diapositive

Welke nieuwe Engelse woorden heb jij
dit hoofdstuk al geleerd?

Slide 2 - Carte mentale

De volgende slide is een 'sleepvraag'. 

Je sleept het blauwe vakje met daarin een woord of plaatje naar een rood vakje met daarin een woord of plaatje. 

Je sleept bijvoorbeeld het woord 'safely' naar het woord 'veilig' want die horen bij elkaar. 

Succes! 

Slide 3 - Diapositive

waste
vrijwilliger
vervuilen
bedreigd
protest
verbeteren
raise money
pollute
improve
poverty
endangered 
climate change
volunteer

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is de juiste vertaling (en spelling) van het woord 'buurt'?
A
neighborhood
B
neihbourhood
C
neighburhood
D
neighbourhood

Slide 5 - Quiz

Environment betekent....
A
milieu
B
vijand
C
armoede
D
klimaatverandering

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste spelling van 'rijk'
A
welthy
B
wealthy
C
waelthy
D
wealty

Slide 7 - Quiz

volunteer
raise money
poverty
wealthy
improve
neighbourhood
iemand die iets doet zonder ervoor betaald te krijgen
geld proberen in te zamelen bij mensen
wanneer iemand heel erg weinig geld heeft
heel erg veel geld hebben 
iets beter maken
een wijk waarin je woont 

Slide 8 - Question de remorquage

Bekijk het filmpje van Grammar 12 in je digitale materiaal van Stepping Stones.

  • Ga naar je leermiddelen in Magister
  • Kies Stepping stones
  • Kies boek en uitleg
  • Kies het juiste thema (Thema 6)
  • Kies E grammar
  • Klik rechts bovenaan op uitleg & bronnen
  • Kies de tweede (Theme 6, E, Grammar 12.....) 
  • Houd je tekstboek (blz. 91) erbij. 

Slide 9 - Diapositive

I worked in a shop last year.
In welke tijd staat deze zin?
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd
C
duurvorm verleden tijd

Slide 10 - Quiz

They've never swum in the sea.
In welke tijd staat deze zin?
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd
C
duurvorm verleden tijd

Slide 11 - Quiz

They were eating pizza.
In welke tijd staat deze zin?
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd
C
duurvorm verleden tijd

Slide 12 - Quiz

Waaraan herken je de duurvorm verleden tijd?
A
aan -ed aan het einde van het werkwoord
B
aan have/ has met verleden tijd
C
aan am/ is/ are met de -ing vorm
D
aan was/ were met de -ing vorm

Slide 13 - Quiz

Wanneer gebruik je de duurvorm verleden tijd?
A
om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was
B
om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en nu is afgelopen
C
om te praten over ervaringen tot nu toe

Slide 14 - Quiz

Welke hoort er niet bij?
Je gebruikt de voltooid tegenwoordige tijd wanneer:
A
iets in het verleden begonnen is en nu nog bezig is
B
je nu het resultaat merkt van iets wat gebeurde in het verleden
C
je praat over iets wat in het verleden een tijdje aan de gang was
D
je praat over ervaringen tot nu toe

Slide 15 - Quiz

They .... a film yesterday
A
watched
B
have watched

Slide 16 - Quiz

... Canada?
A
Have you ever visited...
B
Did you ever visit...

Slide 17 - Quiz

I ..... a letter when my phone ....
A
wrote/ rang
B
wrote/ was ringing
C
was writing/ rang
D
was writing/ was ringing

Slide 18 - Quiz

I'm late because I ..... the ferry.
A
missed
B
have missed

Slide 19 - Quiz

Heb je al gehoord over het bootongeluk? 
Kun je me er meer over vertellen? 
Duizenden mensen namen deel aan de marathon. 
Enkele beroemdheden deden ook mee. 
Ik las dat alle passagiers het vliegtuig veilig konden verlaten. 
Have you heard about the boat accident? 
Could you tell me more about it? 
Thousands of people took part in the marathon. 
Some celebrities also joined. 
I read that all the passengers were albe to leave the aircraft safely. 

Slide 20 - Question de remorquage

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 21 - Question ouverte