HV3 P5.5 ontstaan van straling HAVO 3

P5.5 Het onstaan van straling
hv 3 - natuurkunde overal
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

P5.5 Het onstaan van straling
hv 3 - natuurkunde overal

Slide 1 - Diapositive

Mededeling H3
Proefwerk H5: donderdag 8 april

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen P5.5
  1. je kunt uitleggen hoe een atoom is opgebouwd
  2. je kunt vertellen hoe je kunt weten over de bouw van een atoom
  3. je kunt het aantal atomen in een hoeveelheid stof uitrekenen (vwo)
  4. je kunt rekenen met de halveringstijd van een radioactieve stof en een vervaldiagram tekenen

Slide 3 - Diapositive

Het atoom (kern en schil)
Kern:
protonen (+ lading)
neutronen (neutraal)

Schil:
elektronen (- lading)

Slide 4 - Diapositive

Het atoom (kern en schil)
Het atoomnummer (Z) van een atoom 
geeft het aantal protonen weer. 
Samen met de neutronen (N) geven
ze het massagetal (A), oftewel het aantal
kerndeeltjes.

A = Z + N

Slide 5 - Diapositive

Het atoomnummer geeft het aantal neutronen in een kern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het massagetal geeft het aantal protonen en neutronen in een kern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het periodiek systeem geeft het atoomnummer (aantal protonen) weer bij elk element. Koolstof (C) heeft bijvoorbeeld 6 protonen. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel protonen heeft magnesium (Mg)?
(periodiek systeem staat in P5.5)

Slide 10 - Carte mentale

Koolstof-12 en Koolstof-14
Het aantal protonen bepaald welk element het is. Van sommige elementen, zoals koolstof, bestaan er meerdere soorten, dit noemen we isotopen
Om isotopen te onderscheiden noemen we het massagetal achter de naam. 
Het verschil tussen koolstof-12 en koolstof-14 is dat koolstof-14 twee extra neutronen heeft. Ze hebben wel hetzelfde aantal protonen.

Slide 11 - Diapositive

Koolstof-12
Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat koolstof 12?
- het atoomnummer is 6, dus het aantal protonen is 6
- N = A - Z = 12 - 6 = 6 neutronen
- het aantal elektronen is hetzelfde als het aantal protonen; dus 6. 

Slide 12 - Diapositive

De atoomkern van koolstof -13 bestaat uit 6 protonen en 7 neutronen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat natrium-23 (Na-23)?

Slide 14 - Question ouverte

In een radioactieve bron zijn alle atoomkernen instabiel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal neutronen en een verschillend aantal protonen.
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
70, 71, 72, 75

Slide 17 - Diapositive

Mededeling H3
Proefwerk H5: donderdag 8 april
Paragraaf 5.5 -> bonusvraag

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen P5.5
  1. je kunt uitleggen hoe een atoom is opgebouwd
  2. je kunt vertellen hoe je kunt weten over de bouw van een atoom
  3. je kunt het aantal atomen in een hoeveelheid stof uitrekenen (vwo)
  4. je kunt rekenen met de halveringstijd van een radioactieve stof en een vervaldiagram tekenen

Slide 19 - Diapositive

Vragen over het huiswerk?

Slide 20 - Question ouverte

Radioactief verval
Als een atoom een kern heeft die niet stabiel is, dan zal deze vervallen;
Het atoom zendt alpha, beta of gamma straling uit, en het wordt nu een 'nieuw' atoom. 

Slide 21 - Diapositive

Alfa verval
Radium(moeder) vervalt naar Radon(dochter).







Hierbij komt een helium kern vrij en veranderd de stof dus.

Slide 22 - Diapositive

Halfveringstijd
De halveringstijd is de tijd waarna van een oorspronkelijke hoeveelheid stof nog precies de helft over is.

Elke radioactieve stof heeft een eigen halveringstijd. Voor plutonium-239 is het meer dan 24 000 jaar. Voor jood-131 is het acht dagen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Activiteit
  • Activiteit: het aantal kernen dat per seconde vervalt
  • Bequerel (Bq): de eenheid van activiteit

De activiteit van een stof neemt af in de tijd. Na een bepaalde vaste tijd is nog maar de helft van de activiteit over, dit noemen we ook de halveringstijd

Slide 26 - Diapositive

Vervaldiagram

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Halveringstijd
Op de verticale as van een vervaldiagram kun je verschillende grootheden vinden:
  • massa
  • %
  • activiteit
  • aantal kernen

De vorm van het diagram blijft altijd hetzelfde

Slide 29 - Diapositive

De halveringstijd van fosfor-23 is 14,29 dagen.
Na hoeveel tijd is er nog maar 6,25% van de activiteit over?

Slide 30 - Carte mentale

Bij radioactief verval neemt het aantal instabiele atoomkernen af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
havo: 81, 82, 83

Volgende week dinsdag alles af en nagekeken, antwoorden op magister. Foto's inleveren, link bij huiswerk in magister.
P1: 6,8, 13, 15 en 20
P2: 21, 24, 26, 31, 33 en 35
P3: 43, 45, 46, 51, 53, 56, 57 en 58
P4: 61, 63, 65
P5: 70, 71, 72, 75, 81, 82, 83



Slide 32 - Diapositive

Atoomnummer en 
massagetal


Slide 33 - Diapositive

Atoomnummer en 
massagetal


Slide 34 - Diapositive

-20
-40
- 130
10
40
130
20
50

Slide 35 - Question de remorquage

Wanneer U-238 vervalt onder uitzending van een alfa deeltje ontstaat er ...
A
Th-234
B
Pu - 234
C
Th-242
D
Pu -242

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Wat is de vervalvergelijking van
Am-241 bij het uitzenden van een alpha deeltje?

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Wanneer Xe-137 vervalt onder uitzending van een bèta-deeltje ontstaat er ...
A
Cs- 136
B
I-136
C
Cs-137
D
I-137

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Diapositive

De vervalvergelijking van Ni-63 onder het uitzenden van een Betadeeltje.

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive