Di 4 april bvb en bwb

Herhaling theorie
Bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling theorie
Bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze week was FANASTISCH!
A
bijwoordelijke bepaling
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat meisje is erg SOCIAAL
A
bijwoordelijke bepaling
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke bepaling

De bijvoeglijke bepaling is geen apart zinsdeel!


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeelstuk.

  • Een bijvoeglijke bepaling zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.

  • Eén zelfstandig naamwoord kan meerdere bijvoeglijke bepalingen hebben.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke bepaling

Voorbeeld:
De lange, mooie jongen | kwam | niet.
lange = bijvoeglijke bepaling bij jongen
mooie = bijvoeglijke bepaling bij jongen
Een bijvoeglijke bepaling kan uit meer dan één woord bestaan.

Namen kunnen ook bijvoeglijke bepalingen zijn.
Voorbeeld:
De plaats Zandvoort ligt aan de Nederlandse kust.
Zandvoort = bijvoeglijke bepaling bij plaats
Nederlandse = bijvoeglijke bepaling bij kust




Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de bijvoeglijke bepalingen?
gezegde
ond.
lv
mv
bwb
Over twee weken
zal
in de aula
een belangrijk document
uitdelen.
aan alle leerlingen uit klas 4
Wies

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar het juiste vak.
znw
bijvoeglijke 
bepaling
iets anders
De
leukste
leerlingen
krijgen
morgen
lekkere  
snoepjes.
drie

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke  
bepalingen.

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoordelijke bepaling
Bijvoeglijke bepaling
Is een zinsdeel 
Is geen zinsdeel 

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het znw en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
znw

bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
rode,
mooie
jurk.

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
mooie,
rode
auto.

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Hij
kocht
een
hele nieuwe
telefoon.

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan  
ik
goed
opschieten. 

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7. 
8.
Stappenplan zinsdelen en delen van zinsdelen
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
Onderwerp
Bijwoordelijke bepaling
Meewerkend voorwerp
Gezegde
Bijvoeglijke bepaling
Bijstelling

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe vinden we deze zinsdelen in een zin? Welke vragen stellen we?