H5 Bijbelse uitdrukkingen (en mythologische)

Uitdrukkingen uit de bijbel en de mythologie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Uitdrukkingen uit de bijbel en de mythologie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie herkennen en begrijpen.






Slide 2 - Diapositive


            
                                         Benjamin

Slide 3 - Diapositive

Benjamin is een Hebreeuwse jongensnaam en betekent 'zoon van het geluk'. Daarnaast wordt met Benjamin aangegeven dat iemand het jongste kind van een gezin of gezelschap is. Benjamin komt ook in de Bijbel voor. Hij was de jongste zoon van Jakob en Rachel en een van de voorouders van de eerste koning van Israël, Saul.

Slide 4 - Diapositive

Barmhartige Samaritaan

Slide 5 - Diapositive

Barmhartige Samaritaan
“Er was eens een man die van Jeruzalem naar Jericho ging en door rovers werd overvallen. Ze beroofden hem en sloegen hem en lieten hem halfdood liggen. Nu kwam daar een priester langs, op weg naar Jericho. Hij zag hem liggen, maar ging met een boog om hem heen. Hetzelfde deed een Leviet die daarlangs kwam; ook hij ging met een boog voorbij. Een Samaritaan die op reis was, kwam daar ook langs.

Hij ging naar hem toe, verzorgde zijn wonden met olie en wijn en verbond ze. Toen zette hij hem op zijn eigen ezel en bracht hem naar een herberg waar hij voor hem zorgde. De volgende dag nam hij twee zilverstukken, hij gaf die aan de herbergier en zei: Zorg voor hem, en mocht u meer kosten maken, dan zal ik u betalen als ik terugkom!”

Slide 6 - Diapositive

Wat men uit mededogen of barmhartigheid doet, komt voort uit het goede en niet uit enige gedachte aan beloning. 

Slide 7 - Diapositive

Sodom en Gomorra

Slide 8 - Diapositive

Sodom en Gomorra
Sodom en Gomorra waren berucht vanwege de "slechtheid" van de inwoners en werden daarom door God verwoest.
In de Hebreeuwse Bijbel wordt Sodom  ongastvrijheid, mishandeling van armen, echtbreuk en liegen verweten.

Slide 9 - Diapositive

Veel uitdrukkingen uit Bijbel en uit mythologie.
We beseffen niet altijd de herkomst:
Uit Bijbel: adamsappel, het paradijs, een teken aan de wand etc.
Mythologie: spartaans, achilleshiel

Slide 10 - Diapositive

Enkele voorbeelden:

Slide 11 - Diapositive

Een roepende in de woestijn

Slide 12 - Diapositive

Een 'roepende in de woestijn' is iemand naar wie niet wordt geluisterd. De uitdrukking heeft een bijbelse oorsprong en verwijst  naar Johannes de Doper, die in de woestijn preekte.

Slide 13 - Diapositive

De beker of drinkbeker aan zich voorbij laten gaan, een onaangename en moeilijke opdracht uit de weg gaan; een onprettige gebeurtenis niet ondergaan.
 Jezus, die zich kort voor zijn gevangenneming en kruisiging terugtrekt in de hof van Getsemané en daar tot God bidt: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan!’

Slide 14 - Diapositive

muggenziften (muggen zijgen) pietluttig zijn, overal een punt van maken – Mattheüs 24:23 (‘Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt.’)
in zak en as zitten helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten – Esther 4:1 (‘Zo verscheurde Mordechai zijn klederen, en hij trok een zak aan met as.’)
in adamskostuum rondlopen met het blote lichaam, in je nakie – Genesis 3:10 (‘En ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’)
alles is ijdelheid alles wat je doet is zinloos, doelloos en gaat voorbij – Prediker 1:2 (‘IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.’)
de schellen van de ogen vallen ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt – Handelingen 9:18 (‘En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.’)

Slide 15 - Diapositive

steen des aanstoots een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand – 1 Petrus 2:7 (‘Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis.’) Zie ook Jes. 8:14.
je dagen zijn geteld  – het is over met je – Daniël 5:26 (‘God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind.’)
‘het is volbracht!’ de taak is afgerond, de klus is geklaard – een van de zeven kruiswoorden van Jezus van Nazareth uit Johannes 19:30 (‘Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest.’)

Slide 16 - Diapositive

Salomonsoordeel

Slide 17 - Diapositive

Salomonsoordeel een verstandig, wijs besluit / oordeel – zie het verhaal over de baby in 1 Koningen 3:16-28. Twee vrouwen claimen de moeder van het kind te zijn. Salomo besluit dat hij het kind dan maar in twee stukken moet snijden met een zwaard, dat is het eerlijkst. De list werkte: de echte moeder gaf aan het kind aan de ander te willen geven, de nepmoeder stemde in met het halveren van het kindje.

Slide 18 - Diapositive

een ongelovige Thomas iemand die anderen niet op hun woord gelooft – Johannes 20:29 (‘Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.’)

Slide 19 - Diapositive

een rib uit je lijf iets kost je heel veel – naar de ‘rib van Adam’, waaruit God Eva maakte. Zie: Genesis 2: 21-22 (‘Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.’

Slide 20 - Diapositive

Abraham (of Sara) zien vijftig jaar worden. Deze betekenis komt uit Johannes 8:57, waar enkele Joden tegen Jezus zeggen: ‘Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien?’.
zo arm als Job erg arm zijn – Bijbelboek Job.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Babylonische spraakverwarring je begrijpt elkaar niet – Genesis 11:7-9 (‘Laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat iegelijk de spraak zijns naasten niet hore. Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen. Daarom noemde men haar naam Babel.’)

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

De miljardair gedroeg zich als een ............
en gaf grote bedragen aan goede doelen

Slide 25 - Question ouverte

Mijn broer is de jongste thuis; hij is de .......

Slide 26 - Question ouverte

Ons team heeft een zwakke plek in de verdediging; dat is onze .............

Slide 27 - Question ouverte

"Het examen hangt als een zwaard van .......... boven mijn hoofd", zuchtte Eva

Slide 28 - Question ouverte

WeW
Welke uitdrukking herken je hier?

Slide 29 - Question ouverte

Hij zat in zak en as
A
hij was angstig
B
hij was teleurgesteld
C
hij was uitbundig
D
hij was wantrouwend

Slide 30 - Quiz

Hij bekeek de kwestie met argusogen.
A
hij was slechtziend
B
hij was kwaad
C
hij was beledigd
D
hij was wantrouwend

Slide 31 - Quiz

Als je de drinkbeker aan je voorbij laat gaan dan
A
stop je met optreden
B
wil je geen zware beproeving ondergaan
C
wil je dat alles bij het oude blijft
D
wil je dat iedereen naar huis gaat

Slide 32 - Quiz

Resultaat
Wat heb je bereikt?
Ken je de Bijbelse uitdrukkingen nu?
Of heb je nog hulp nodig?

Slide 33 - Diapositive