5e examentraining 2F 1.5 Feit, mening en argument

Centraal examen Lezen & Luisteren 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Centraal examen Lezen & Luisteren 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen
  • 1. Tekstdoel 
  • 2 Hoofdgedachte/onderwerpen/Hoofdzaak & bijzaak 
  • 3 Betrouwbaarheid van een tekst.

Nieuwe theorie: 1.5 Opbouw van een tekst


Slide 2 - Diapositive

Hoe zat het ook al weer?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen/Betogen
C
Instrueren
D
Overhalen/Activeren

Slide 5 - Quiz

Wat is:
1. Het onderwerp van dit filmpje?
2. De hoofdgedachte van dit filmpje?

Slide 6 - Question ouverte

Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte

Hoe herken je het onderwerp
  • Het onderwerp geeft in één woord aan waar een tekst over gaat.
  • Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen.

Hoe herken je de hoofdgedachte?
  • De hoofdgedachte is één zin die het belangrijkste over het onderwerp aangeeft.
  • Je kunt de hoofdgedachte meestal in de inleiding terugvinden.

Slide 7 - Diapositive

Soorten vragen: Hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Diapositive

Hoe onderscheid je de hoofdzaken in een tekst?

Hoofdzaken in een tekst hebben een vaste plek:
  • De titel geeft het onderwerp weer.
  • De eerste zin van de inleiding is vaak de hoofdgedachte.

Hoofdzaken in een alinea hebben een vaste plek:
  • Begint meestal met de kernzin (de hoofdgedachte van een alinea)
  • Daarna komt veelal een opsomming van feiten, meningen, voorbeelden en/of argumenten.
  • De alinea sluit veelal af samen te vatten wat er allemaal opgesomd is.




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Noem een hoofdzaak uit dit nieuwsitem.


Slide 11 - Question ouverte

Bijzaken
De tekst kan zijn doel bereiken zonder bijzaken
Bijzaken kun je dus weglaten.

Bijzaken zijn:  extra uitleg en voorbeelden.
Bijzaken maken de tekst duidelijker, of leuker.
Bijzaken staan NOOIT in een samenvatting.
Bijzaken staan NOOIT in een kopje.

Slide 12 - Diapositive

Wat is een bijzaak uit dit nieuwsitem?


Slide 13 - Question ouverte

Wat valt hierover te zeggen als het gaat over betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 14 - Diapositive

Feiten, meningen en argumenten
  • Je weet wat een feit is.
  • Je weet wat een mening/standpunt is.
  • Je weet wat en argument is.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive


Staat hier een feit, mening, of argument?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.  
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quiz


Staat hier een feit, mening,  of argument?
....., omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quiz


Staat hier een feit, mening,  of argument?
Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quiz

Aan de slag......
Maak de opdracht

Slide 23 - Diapositive