5e examentraining 2F 1.5 Feit, mening en argument

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Centraal examen Lezen & Luisteren 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen
  • 1.1 Tekstdoel 
  • 1.2 Hoofdgedachte/onderwerpen/Hoofdzaak & bijzaak 
  • 1.3 Betrouwbaarheid van een tekst.

Nieuwe theorie: 1.5 Feit, Mening & argument


Slide 4 - Diapositive

Hoe zat het ook al weer?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen/Betogen
C
Instrueren
D
Overhalen/Activeren

Slide 7 - Quiz

Wat is:
1. Het onderwerp
2. De hoofdgedachte

Slide 8 - Question ouverte

Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte

Hoe herken je het onderwerp
  • Het onderwerp geeft in één woord aan waar een tekst over gaat.
  • Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen.

Hoe herken je de hoofdgedachte?
  • De hoofdgedachte geeft in één  zin aan waar de tekst over gaat.
  • Je kunt het meestal in de inleiding terugvinden.

Slide 9 - Diapositive

Soorten vragen: Hoofd- en bijzaken

Slide 10 - Diapositive

Hoe onderscheid je de hoofdzaken in een tekst?

Hoofdzaken in een tekst hebben een vaste plek:
  • De titel geeft het onderwerp weer.
  • De eerste zin van de inleiding is vaak de hoofdgedachte.

Hoofdzaken in een alinea hebben een vaste plek:
  • Begint meestal met de kernzin (de hoofdgedachte van een alinea)
  • Daarna komt veelal een opsomming van feiten, meningen, voorbeelden en/of argumenten.
  • De alinea sluit veelal af samen te vatten wat er allemaal opgesomd is.




Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is de hoofdzaak van dit nieuwsitem?


Slide 13 - Question ouverte

Bijzaken
Naast hoofdzaken bevat een tekst ook vaak bijzaken. Een tekst bereikt zijn doel niet zonder de hoofdzaken, maar kan zijn doel wel bereiken zonder de bijzaken

Voorbeelden en extra uitleg zijn bijzaken. Ze maken de tekst helderder of leuker. Bijzaken kun je weglaten.

Slide 14 - Diapositive

Wat is een bijzaak uit dit nieuwsitem?


Slide 15 - Question ouverte

Wat valt hierover te zeggen als het gaat over betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen bij de nieuwe lesstof
  • Je weet wat een feit is.
  • Je weet wat een mening/standpunt is.
  • Je weet wat en argument is.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Soorten vragen: Feiten, meningen/standpunten en argumenten

Slide 23 - Diapositive


Staat hier een feit, mening, of argument?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.  
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 24 - Quiz


Staat hier een feit, mening,  of argument?
....., omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 25 - Quiz


Staat hier een feit, mening,  of argument?
Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quiz

Aan de slag......
Maken opdracht 3 en extra opdracht 1 en 2
+  Examensprint.

Slide 27 - Diapositive