Les 8

les 8
preposities
woordenschat winkel
luisteren
schrijven - uitnodiging
Grammatica 
Taaltempo

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

les 8
preposities
woordenschat winkel
luisteren
schrijven - uitnodiging
Grammatica 
Taaltempo

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

slipper
sandaal
boodschappen
winkelen
eetcafe
restaurant
jurk
rok
vleeswaren
vlees
warenhuis
supermarkt
blouse
overhemd
apotheek
drogist
bakker
banketbakker
poelier
slager

Slide 3 - Diapositive

opdracht 18

Slide 4 - Diapositive

Schiphol
opdracht 2

Slide 5 - Diapositive

spreken en schrijven

Slide 6 - Diapositive

zinsvolgorde
wilde. 
zijn.
zijn.
je
de koekjes
de koekjes
nog koffie
op
hier altijd op
... of
... dat
... waarom
Bijzin: conj. / adver.  - subject - rest - verbs
... wie
ze
allemaal
heeft opgegeten.

Slide 7 - Diapositive

conjuncties
nevenschikkend
en
of
maar
want
dus
onderschikkend
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, …
blz. 263 - 265
oefening 4 en 5

Slide 8 - Diapositive

conjuncties
Waarom ga je niet mee naar de bioscoop? 
Omdat ik die film al heb gezien. 

*Want ik heb die film al gezien.
Ik ga niet mee naar de bioscoop, want ik heb de film al gezien.
Een zin kan met omdat beginnen,
niet met want.
Het voegwoord 'want' kan alleen gebruikt worden om twee zinnen één zin te maken. 
oefening 4 en 5

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Kies een plaats
Kies een plaats
www.ns.nl
www.9292ov.nl

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive