§2.2 Waarom zou je sparen? (deel 2)

Welkom klas 1A
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 1A

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Lesdoel
  • 3-Starter
  • Instructie
  • Extra instructie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel

Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van de les...
... kun je rente berekenen.
... weet je wat geldfuncties zijn.
 
 

Slide 4 - Diapositive

3-Starter

Slide 5 - Diapositive

1. Wat is GEEN reden om te sparen?
A
Voor een doel
B
Niet kunnen uitgeven
C
Uit voorzorg
D
Voor de rente

Slide 6 - Quiz

2. Je saldo is € 100,00 tegoed. Je ontvangt 5% rente per jaar. Wat is het rentebedrag per jaar?

Slide 7 - Question ouverte

3. Wat is GEEN geldfunctie?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
D
Wasmiddel

Slide 8 - Quiz

Rente berekenen
Rentebedrag per jaar = (rentepercentage ÷ 100) × spaarbedrag

Slide 9 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Slide 10 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (rentepercentage ÷ 100) × spaarbedrag


Slide 11 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (rentepercentage ÷ 100) × spaarbedrag


Slide 12 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × spaarbedrag


Slide 13 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × spaarbedrag


Slide 14 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × spaarbedrag


Slide 15 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × 240


Slide 16 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × 240


Slide 17 - Diapositive

Rente berekenen
Voorbeeld: 
- Je hebt een spaarrekening met € 240. 
- Je krijgt 1,5% rente per jaar.

Rentebedrag per jaar = (1,5 ÷ 100) × 240 = 3,60


Slide 18 - Diapositive

Geldfuncties

Slide 19 - Diapositive

Geldfuncties
- geld als ruilmiddel: wanneer je iets koopt

Slide 20 - Diapositive

Geldfuncties
- geld als ruilmiddel: wanneer je iets koopt

- geld als spaarmiddel: wanneer je geld bewaart om later uit te
   geven


Slide 21 - Diapositive

Geldfuncties
- geld als ruilmiddel: wanneer je iets koopt

- geld als spaarmiddel: wanneer je geld bewaart om later uit te
   geven

- geld als rekenmiddel: wanneer je de waarde van iets in geld
   aangeeft. Een tijdschrift kost bijvoorbeeld € 4,95

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag met:
Paragraaf 2.2

Klaar?
- Nakijken

timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

Lesdoel
check

Slide 25 - Diapositive

Aan het einde van de les...
... kun je rente berekenen.
... weet je wat geldfuncties zijn.
 
 

Slide 26 - Diapositive

Ik kan het rentebedrag per jaar uitrekenen.

Slide 27 - Sondage

Ik ken de drie geldfuncties.

Slide 28 - Sondage

Ik heb deze les goed kunnen werken.

Slide 29 - Sondage

Op welke vraag heb jij nog antwoord nodig?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
Paragraaf 2.2

Slide 32 - Diapositive