Hoofdstuk 7 deel 2.

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Hoofdstuk 7 deel 2

oefenen met opbrengstenmatrix en spelboom

Oplossen opbrengsten matrix

1. Wat zijn het voor getallen?

2. Heeft speler 1 een dominante strategie?

3. Heeft speler 2 een dominantie strategie?

4. Leveren de dominantie strategieën een Nash evenwicht op?

5. Is er sprake van een gevangenisdilemma?

Oplossing

1. gevangenisstraf dus zo'n laag mogelijk getal
2. Als Marie verklaring aflegt dan kan Gies het beste kiezen voor verklaring afleggen want 8 jaar is minder dan 16. Als Marie zwijgt dan kan Gies het beste een verklaring afleggen want 0 is minder dan 1/2 jaar. De dominantie strategie voor Gies is dus verklaring afleggen
3. Als Gies een verklaring aflegd dan kan Marie het beste een verklaring afleggen want 8 jaar is minder dan 16 jaar. Als Gies zwijgt dan kan Marie het beste kiezen voor verklaring afleggen want 0 is minder dan 1/2 jaar. De dominantie strategie voor Marie is dus verklaring afleggen.
4. Ze komen dus in het nashevenwicht beide verklaring afleggen 8, 8 jaar
5. Het is een gevangenendilemma want ze hadden beter beide kunnen zwijgen want dan hadden ze ieder maar 1/2 jaar de cel in gegaan

Oplossing

1. omzet dus zo hoog mogelijk
2. Als Emar wel verlaagd dan kan Superdisco het beste kiezen voor verlagen want 40 is meer dan 20. Als Emar kiest voor geen verlaging kan Superdisco het beste wel verlagen want 100 is meer dan 50. De dominantie strategie van Superdisico is dus wel verlagen
3. Als Superdisco niet verlaagd dan kan Emar het beste wel verlagen want 100 is meer dan 50. Als Superdisco wel verlaagd dan kan Emar het beste wel verlagen want 40 is meer dan 20. Emar heeft dus als dominantie strategie verlagen
4. Ze komen in het evenwicht van beide wel verslagen met 40,40 uit
5. Ze hadden beter niet kunnen verlagen want dan had de uitkomst 50,50 geweest dus het is een gevangenendilemma. 

Oplossen spelboom

1. Wat zijn het voor getallen?

2. Wat is voor speler 2( eerste beslisser) de beste optie?

3. Wat zal speler 1 (uiteindelijke beslisser) dan kiezen?

4. Wat zal de uitkomst zijn van het spel?

Oplossing

1. omzet dus zo hoog mogelijk
2. als ijsco kiest voor verlagen zal lola kiezen voor verlagen want 2025 is meer dan 1950. Als ijsco kiest voor handhaven dan kiest lola voor verlagen want 2100 is meer dan 2000. Lola zal dus altijd kiezen voor verlagen
3. Ijsco weet dat Lola kiest voor verlagen en heeft dus de keuze uit verlagen en 3950 verdienen of handhaven en 3900 verdienen. Ze kiezen dus voor verlagen
4. Uitkomst is verlagen en verlagen

Oplossing

1. opbrengsten dus zo hoog mogelijk
2. Als speler 1 kiest voor wel dan kan speler 2 voor wel of niet kiezen. 450 is hoger als 400 dus hij kiest voor niet. Als speler 1 kiest voor niet dan zal speler 2 kiezen voor wel want 500 is hoger als 300
3. Speler 1 weet dat als hij kiest voor wel dat speler 2 zal kiezen voor niet en als hij kiest voor niet gaat speler 2 kiezen voor wel. Hij heeft de keuze uit 500 en 450 dus hij kiest om het wel te doen want dat levert meer op
4. Uitkomst is wel > niet

Maken in de les

7.21/7.22/7.23