H4 rekenen met evenwichten

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Rekenen met evenwichten

Aan het einde van deze les kun je bedenken wat er met het evenwicht van water, waterstof en zuurstof gebeurt als het volume,

waarin de reactie plaatsvindt, vergroot wordt.

Geef de reactievergelijking van de ontleding van water.

Bij hoge temperatuur ontstaat er een evenwicht.

2 H₂O(g) <=> 2 H₂(g) + O₂(g)

Geef de concentratiebreuk van dit evenwicht. 2 H2O <=> 2 H2 + O2

1. Qc = (2H2 + O2)/H2O
2. Qc = [H2]^2 * [O2]/[H2O]^2
3. Qc = ([H2]^2 + [O2])/[H2O]^2
4. Qc = ([H2] * [O2])/[H2O]

Geef de concentratiebreuk van dit evenwicht. 2 H2O <=> 2 H2 + O2

1. K = Qc = (2H2 + O2)/H2O
2. K = Qc
3. K = Qc = ([H2]^2 + [O2])/[H2O]^2
4. K = Qc = [H2]^2 * [O2]/[H2O]^2

Stel: er is voor de reactie begint 4,0 mol H2O

in een ruimte van 1 liter.

Bij instelling van het evenwicht is er 2,0 mol H2.

Bereken K

Beantwoord dit met behulp van een BOEM tabel.

Maak je BOEM-tabel op papier, maak een foto en deel deze hier.

	2	2	1
	H2O	H2	O2
B	4	0	0
O	-2	+2	+1
E	2	2	1
M ( 1L )	2	2	1

In rood de gegevens

Stel: er is voor de reactie begint 4,0 mol H₂O

in een ruimte van 1 liter.

Bij instelling van het evenwicht is er 2,0 mol H₂.

Bereken K

K = Qc = [H₂]² * [O₂]/[H₂O]²

Invullen van gegevens uit BOEM-tabel

Bereken K

1. Kan niet, je weet niet of er evenwicht is
2. 0,5
3. 1
4. 2

Stel: er is voor de reactie begint

4,0 mol H₂O

in een ruimte van 1 liter.

Bij instelling van het evenwicht

is er 2,0 mol H₂.

Stel de ruimte wordt vergroot

naar 2 liter. Wat gebeurt er dan met het evenwicht?

Wat gebeurt er met K als de ruimte vergroot wordt?

1. K blijft gelijk
2. K wordt groter
3. K wordt kleiner
4. Dat kun je niet weten

	2	2	1
	H2O	H2	O2
B	4	0	0
O	-2	+2	+1
E	2	2	1
M ( 2L )	1	1	0,5

In rood de verandering

Bereken Qc

1. Kan niet
2. 0,5
3. 1
4. 2

Q_c is dus niet meer gelijk aan K

Het evenwicht is verstoord

Wat moet je doen om te zorgen dat er weer evenwicht komt?

1. Meer water toevoegen
2. Meer H2 toevoegen
3. Meer O2 toevoegen
4. Wachten

Tijdens het wachten zal het evenwicht verschuiven, zodat Q_c weer gelijk wordt aan K.

Verschuift het evenwicht naar rechts of naar links?

1. Dat kun je niet weten
2. Naar rechts
3. Naar links
4. Het verschuift niet, want K blijft gelijk

K = 1

Q_c = 0,5

Q_c is dus te klein en

moet groter worden

Q_c = [H₂]² _* [O₂] / [H₂O]²

Als Q_c groter moet worden, moet er dus

minder onder de deelstreep

of meer boven.

2 H₂O(g) <=> 2 H₂(g) + O₂(g)

Minder water of meer H₂ en O₂;

dus het evenwicht verschuift naar rechts.

Is dat logisch?

Doordat het evenwicht naar rechts verschuift, ontstaan er meer deeltjes in het mengsel

2 H₂O(g) <=> 2 H₂(g) + 1 O₂(g)

2 moleculen -->  3 moleculen

Door het grotere volume kregen de moleculen opeens meer ruimte.
Die verandering hebben ze opgeheven door de verschuiving naar de kant met de meeste deeltjes.