Paragraaf 7.1 verband tussen grenzen en identiteit

Hoofdstuk 7 Grenzen en Identiteit
 7.1 Verband tussen grenzen en identiteit
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Grenzen en Identiteit
 7.1 Verband tussen grenzen en identiteit

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van de les:

- Benoemen welke soort grenzen er zijn
- Uitleggen hoe grenzen kunnen veranderen
- Uitleggen wat identiteit is 

Slide 2 - Diapositive

Soorten grenzen
Grens: scheidslijn tussen gebieden gemaakt door de natuur of door de mens

  • Kunstmatige grens = barrière gemaakt door de mens
  • Natuurlijke grens = barrière gemaakt door de natuur
  • Open / zachte grens = gemakkelijk over te steken
  • Gesloten / harde grens = moeilijk over te steken
Maak aantekeningen!!

Slide 3 - Diapositive

Verschillende soorten grenzen
Natuurlijke grenzen
NL
BE

Slide 4 - Diapositive

Verschillende soorten grenzen
Kunstmatige grenzen

Slide 5 - Diapositive

Verschillende soorten grenzen
Open/zachte grenzen                  Gesloten/harde grenzen

Slide 6 - Diapositive

Grenzen veranderen
Sommige grenzen vervagen of verdwijnen = Ontgrenzing. 

Voorbeeld: grens tussen Nederland en Duitsland.

Vroeger: harde/gesloten grens.
Nu: zachte/open grens.

Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verschuivende grenzen in Europa
Grenzen kunnen ook veranderen of verschuiven vaak door oorlog of conflicten.

Annexeren of inlijven: Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat   

Maak aantekeningen!!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Baarle Nassau

Slide 11 - Diapositive

Wat hebben grenzen en identiteit met elkaar te maken?
Je kunt mensen indelen op inkomen, taal, religie, kleding, tradities enzovoort. 

Je kunt dus grenzen trekken tussen gebieden maar ook tussen mensen met dezelfde identiteit.

Identiteit hoeft niet bij het gebied waar je woont te horen!
Maak aantekeningen!!

Slide 12 - Diapositive

Identiteit
Je identiteit hangt niet altijd samen met een land of gebied. Hieronder voorbeelden van groepsidentiteiten

Slide 13 - Diapositive

Identiteit

Lokale identiteit

Regionale identiteit

Nationale identiteit

Europese identiteit



Slide 14 - Diapositive

Regionale Identiteit
Waar horen de vlaggen bij?

Slide 15 - Diapositive

Nationale identiteit: het beeld dat buitenlanders hebben over Nederland: klompen, tulpen en molens.

Slide 16 - Diapositive

uitsluiting/ insluiting
- uitsluiting: niet geaccepteerd worden in een groep. bijv: jou identiteit wijkt af

- insluiting: gewoontes overnemen van een groep. je hoort er bij.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Check
Pak je laptop
Ga naar Lessonup.app

Voer de code in

Slide 19 - Diapositive

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 20 - Quiz

Dit is een kunstmatige grens.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz


A
zachte grens
B
gesloten grens

Slide 22 - Quiz

Harde of zachte grens?
A
Harde grens
B
Zachte grens

Slide 23 - Quiz

De Pyreneeën is de grens tussen Frankrijk en Spanje. Dit is een...?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 24 - Quiz

De Berlijnse muur die net na WO II werd gebouwd. Dit is een...?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 25 - Quiz

Bij uitsluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 26 - Quiz

Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 27 - Quiz

Wat is een groepsidentiteit?
A
Het lievelingseten van een groep
B
De leider van de groep
C
Dat wat een groep een groep maakt
D
De grootte van de groep

Slide 28 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een groepsidentiteit?
A
Een groep mensen die niet met elkaar omgaan
B
Een groep mensen die een aantal dingen met elkaar gemeen hebben
C
Een groep mensen die veel geld hebben
D
Een groep mensen die goede vrienden met elkaar zijn

Slide 29 - Quiz

bezetten, inlijven
A
annuleren
B
stagneren
C
annexeren
D
bagatelliseren

Slide 30 - Quiz

Aan de slag...
Theorie lezen 7.1  daarna maken: 1 t/m 5 

Zelfstandig

Mindmap (op papier)

Tot einde van de les 

Je mag iets voor jezelf doen (niet telefoon)
Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Slide 31 - Diapositive