2HV H2 Lezen Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen H2

Herhaling leerjaar 1

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst.

Door te letten op verbanden in de tekst, kun je de tekst beter begrijpen. Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.

Er zijn drie dingen die iedereen kan doen om bij te dragen aan een beter milieu.

Ik verwacht hierna een.....

1. tegenstelling
2. toelichting
3. opsomming
4. chronologie

[..........] weeg je de droge ingrediënten af. [...........] meng je de droge ingrediënten met de melk. [........] doe je alles in het bakblik.

Welke signaalwoorden passen hier?

Nieuwe tekstverbanden

De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.

Er is hier sprake van een ........

1. conclusie
2. reden
3. oorzaak-gevolg
4. toelichting

De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.

Er is hier sprake van een ........

1. conclusie
2. reden
3. oorzaak-gevolg
4. toelichting

Uitleg

De weg is spiegelglad. 

Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.

De kinderen hebben een keuze.

Ze kunnen ook niet voorzichtig lopen.

Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.

De fietsers hebben geen keuze of vrije wil gehad.

Ze hebben er niet voor gekozen om onderuit te gaan.

conclusie

reden

oorzaak

kortom

al met al

concluderend

dankzij

want

omdat

doordat

daardoor

het gevolg is

Signaalwoorden met meerdere verbanden

Kijk heel goed wat er gebeurt.

Is er bijvoorbeeld sprake van vrije wil of niet?

	dus	daarom	dankzij
conclusie	X	X
reden	X	X	X
oorzaak	X		X

Dankzij dat nieuwe medicijn heb ik minder last van pijn.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijk verband
4. toelichtend verband

Omdat er een tekort aan docenten is, heeft de minister een nieuw plan geschreven.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijk verband
4. toelichtend verband

De toets is door veel leerlingen slecht gemaakt. Kortom, de toets was te moeilijk.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijk verband
4. toelichtend verband

Mijn hond heeft mijn huiswerk opgegeten, dus kan ik mijn huiswerk niet laten zien.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijk verband
4. toelichtend verband

Veel mensen raken in financiële problemen doordat de energieprijzen enorm stijgen.

1. concluderend verband
2. redengevend verband
3. oorzakelijk verband
4. toelichtend verband

Noem twee signaalwoorden voor een concluderend verband.

Noem twee signaalwoorden voor een redengevend verband.

Noem twee signaalwoorden voor een oorzakelijk verband.

Ik kan twee signaalwoorden
per tekstverband noemen.

😒🙁😐🙂😃