VTH Les 3 Medicijnproces 2

Het Medicatieproces: Van arts tot patiënt
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Het Medicatieproces: Van arts tot patiënt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Begrijpen welke stappen gevolgd moeten worden in het medicatieproces 
- Kennis van de taken en verantwoordelijkheden van een arts, apotheek en verpleegkundige 
- Inzicht in de werking en effecten van medicijnen 
- Begrijpen van enterale en parenterale toediening 
- Kennis over bijwerkingen van medicijnen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het medicatieproces?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijk om fouten te voorkomen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taken en verantwoordelijkheden van een arts
- Voorschrijven van medicijnen 
- Kiezen van geschikte medicatie en dosering 
- Informeren en adviseren van de patiënt 
- Monitoren van de effecten en bijwerkingen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er op een recept ?

Slide 6 - Carte mentale

Naam, woonplaats vd arts
naam medicijn
sterkte medicijn
hvh van medicijn'
wijze van gebruik en dosering
naam, geboortedatum en adres client
handtekening arts

bij opiaten
sterkte medicijn in letters
hvh van medicijn in letters en totale hvh per 24uur
Taken en verantwoordelijkheden van de apotheek
- Bestellen en opslaan van medicijnen
 - Bereiden en controleren van medicatie 
- Etiketteren en verpakken van medicijnen 
- Uitgeven en adviseren van patiënten
                                                                                                                                                                                                             Welk etiket zegt wat? Zoek op!  
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Wit etiket geeft aan dat het medicijn is voor inwendig gebruik

Wit met blauw etiket uitwendig gebruik

Geel kan reactievermogen of rijvaardigheid beïnvloeden

Rood geen voertuigen besturen
Taken en verantwoordelijkheden van een verpleegkundige
- Toedienen van medicijnen aan patiënten 
- Controleren van medicatie en dosering 
- Monitoren van de effecten en bijwerkingen 
- Voorlichten en begeleiden van patiënten

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Juiste tijd
1. Juiste persoon
Naam
Gebdatum 
2. Juiste medicijn
3. Juiste dosering
2 tbl van 5 mg 
4. Juiste toedieningswijze
Bij het toedienen van medicatie parenteraal geldt weer de regel van 5….

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking van medicijnen
- Chemische stoffen die invloed hebben op het lichaam 
- Werken op specifieke receptoren of processen 
- Doel: symptomen verlichten, ziekte genezen of voorkomen 
- Verschillende werkingsmechanismen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opname en effect van medicijnen
- Opname via mond, injectie, inhalatie, etc. 
- Medicijnen worden afgebroken en opgenomen in de bloedbaan
 - Transport naar doelgebieden 
- Uitoefenen van effect op specifieke cellen of organen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enterale of parenterale toediening
- Enterale toediening: via het maagdarmkanaal
- Parenterale toediening: buiten het maagdarmkanaal
- Verschillende vormen van parenterale toediening: injectie, infuus, etc.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2; Noem min 4 totaal verschillende parenterale toedieningsvormen.

Slide 14 - Carte mentale

Parenteraal
Via injectie
    intraveneus (in een ader)
    intra-arterieel (in een slagader)
    intracardiaal (in het hart)
    intrathecaal (in hetruggenmergsvocht)
    intra-articulair (in een gewricht)
    intramusculair (in een spier)
    subcutaan (net onder de huid)
    intracutaan (in de huid)
    intraossaal (in het beenmerg)
Overig parenteraal
    transdermale pleister (diffusie door de intacte huid)
    transmucosaal (diffusie door een slijmvlies)
    inhalatie (door inademing)

Bijwerkingen van medicijnen
- Onbedoelde effecten van medicijnen 
- Kan optreden na correct gebruik 
- Verschillende soorten bijwerkingen: mild, ernstig, allergische reacties 
- Belang van het melden van bijwerkingen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
- Medicatieproces omvat diverse stappen en verantwoordelijkheden 
- Artsen schrijven medicijnen voor en monitoren effecten 
- Apotheken bestellen, bereiden en adviseren patiënten
- Verpleegkundigen dienen medicijnen toe en monitoren effecten 
- Medicijnen hebben specifieke werkingen en bijwerkingen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
Heb je nog vragen over het medicatieproces en de verschillende taken en verantwoordelijkheden?

Even wat vragen 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn bijwerkingen van medicijnen?
A
Chemische stoffen die invloed hebben op het lichaam
B
Doel: symptomen verlichten, ziekte genezen of voorkomen
C
Kan optreden na correct gebruik
D
Onbedoelde effecten van medicijnen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn taken van een apotheek in het medicatieproces?
A
Toedienen van medicijnen aan patiënten
B
Bereiden en controleren van medicatie
C
Voorschrijven van medicijnen
D
Bestellen en opslaan van medicijnen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn taken van een arts in het medicatieproces?
A
Kiezen van geschikte medicatie en dosering
B
Toedienen van medicijnen aan patiënten
C
Voorschrijven van medicijnen
D
Bestellen en opslaan van medicijnen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het medicatieproces?
A
Het bestellen en opslaan van medicijnen
B
Het toedienen van medicijnen aan patiënten
C
De werking en effecten van medicijnen begrijpen
D
Het geheel van stappen om medicijnen veilig en effectief te gebruiken

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Hoofdstuk 3
opdrachten 1 t/m 30

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.