Module 1.2 - Les 3 | Beroepshouding

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 2 | Beroepshouding

Doel

• Je kent de aspecten van een goede beroepshouding en weet hier voorbeelden van de benoemen. 
• Je weet wat je grondhouding is en hoe deze door werkt in je beroepsmatig handelen, onder ander in de omgang met cliënten. 
• Je kunt de waarden en normen benoemen in je beroep.
  
• Je kent enkele wetten waar je als beroepskracht MZ mee te maken hebt. 

Empathie

Inlevingsvermogen = Empathie

Hoe toon je inlevingsvermogen? 

Empathie

Empathie is reageren met inleven in de ander. Hoe luister je empathisch? In de meeste gevallen: in stilte, met je aandacht bij de ander en niet bij jezelf. Empathie kan wel en niet verbindend zijn.

Medelijden is inleven gezien vanuit jezelf. Ik word er ook niet vrolijk van”. Jouw interpretatie vanuit jou en daarom nauwelijks verbindend.

Welk onderwerp lijkt je moeilijk om je in in te leven?

Wat kun je doen om je inlevingsvermogen te vergroten?

Beroepshouding

Betrokkenheid tonen.

Betrokkenheid is echte belangstelling en aandacht voor de cliënten hebben, maar ook weten professionele afstand weten te bewaren.

Wat kan er gebeuren in je werk dat je te betrokken wordt?

Quiz

Lees de theorie door van hoofdstuk 2.1

Verwerk moeilijke woorden in je begrippenlijst

Maken

2: Beroepshouding en ethische dilemma’s

Verwerkingsopdrachten 1 t/m 8

Beantwoord vervolgens de vragen van de quiz. 

Bij welk beroepshoudingsaspect hoort de zwijgplicht

1. Respect
2. Eigen grenzen bewaken
3. Betrouwbaarheid en integer zijn
4. Verantwoordelijkheid dragen

Een client moet jou kunnen vertrouwen. Welk aspect hoort hierbij?

1. Respect
2. Eigen grenzen bewaken
3. Integer zijn
4. Verantwoordelijkheid dragen

Bij welk beroepshoudingsaspect hoort jezelf durven zijn.

1. Respect
2. Echtheid
3. Integer zijn
4. Eigen grenzen bewaken

De cliënt mag zijn zoals hij is..
Je accepteert de client zoals hij is.
Welk aspect hoort hierbij?

1. Respect
2. Zorgvuldigheid
3. Integer zijn
4. Echtheid

Geïrriteerd reageren als een cliënt iets niet begrijpt na 3 keer. Onbeheerst te werk gaan doordat je tijd te kort komt. Je beheerst dan te weinig van het volgende beroepshoudingsaspect.

1. Handelend optreden
2. Eigen grenzen bewaken
3. Integer zijn
4. Geduld uitoefenen

De cliënt bijt jou. Je geeft aan dat dit gedrag niet kan op een duidelijke manier. Wat pas je toe?

1. Echtheid
2. Eigen grenzen bewaken
3. Integer zijn
4. Inlevingsvermogen

De cliënt kan geen eten kopen omdat hij zijn weekgeld al op heeft gemaakt aan leuke hobby's. Hij beloofd de volgende keer het anders aan te pakken en wil geld van je lenen. Anders heeft hij echt niets te eten. In welk beroepshoudingsaspect moet je evenwicht bewaren?

1. Geduld
2. Bereidheid en zorgvuldigheid
3. Integer zijn
4. Inlevingsvermogen

Dit is een absolute vereiste voor het geven van begeleiding.

1. Geduld
2. Betrokkenheid
3. Integer zijn
4. Inlevingsvermogen

Je praat met de cliënt en niet over hem of haar. Welk beroepshoudingsaspect laat je zien?

1. Respect tonen
2. Betrokkenheid
3. Integer zijn
4. Inlevingsvermogen

Dat wat je zegt komt zoveel mogelijk overeen met wat je denkt en je voelt.
Een deel van je houding ligt vast, je grondhouding. Waar is deze mee verbonden?

1. Je gevoel voor respect
2. Je betrokkenheid
3. Je persoonlijkheid
4. Je inlevingsvermogen

Een ander woord voor empathie is...

1. Respect tonen
2. Handelend optreden
3. Integer zijn
4. Inlevingsvermogen

Initiatieven durven nemen in doen en communicatie. Bijvoorbeeld een zaak bespreken met een cliënt wat moeilijk is.

1. Respect tonen
2. Geduld uitoefenen
3. Handelend optreden
4. Inlevingsvermogen

Op de hoogte zijn van je taken en bevoegdheden hoort bij..

1. Verantwoordelijkheid dragen
2. Geduld uitoefenen
3. Handelend optreden
4. Representatief zijn

Je toont belangstelling door echt te luisteren naar zowel de cliënt als de organisatie. Wat laat je dan zien?

1. Verantwoordelijkheid
2. Geduld
3. Zorgvuldigheid
4. Deskundigheid

Je bent op de hoogte van de actuele kennis en nieuwe, recente inzichten. Dot hoort bij je......

1. Verantwoordelijkheid
2. Geduld
3. Deskundigheid
4. Zorgvuldigheid

Hoofdstuk 2.2 | Beroepsmatig handelen

2.2 Beroepscode

De beroepscode is een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden. 

www.bpsw.nl

2.2  Beroepsmatig handelen

Welke punten (2.2 beroepsmatig handelen) uit de beroepscode zie je in de film?

Stellingen

Je krijgt 2 stellingen te zien.

Geef aan of je het er mee eens bent of niet en waarom!

Ik heb een voorbeeldfunctie

Ik zie de cliënten als gelijkwaardig medemens

2.3 Ethische dilemma's

Wat is een ethisch dilemma?

Licentie - Hoofdstuk 2: beroepshouding en ethische dilemma's 

Opdracht 9 t/m 11 samen maken

Lees 2.3.1 stappenplan en maak de bijbehorende opdrachten

Opdrachten

Licentie:

Hoofdstuk 2: beroepshouding en ethische dilemma's 

1 t/m 8 - individueel maken

9 t/m 11 - klassikaal maken 

Begrijp je de theorie? 

Afsluiting. 

• Je kent de verschillende aspecten van de beroepshouding
• Je weet wat je grondhouding is en hoe deze door werkt in je beroepsmatig handelen, onder ander in de omgang met cliënten.