9.2 Goed geregeld

9.2 Goed geregeld
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

9.2 Goed geregeld

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
Je leert:
hoe het glucosegehalte van je bloed wordt geregeld
wat diabetes is
wat je lever doet
wat je nieren doen

Slide 2 - Diapositive

Welke stoffen gaan er in deze uitscheidingsorganen het bloed uit?
Longen
Lever
Nieren
Huid
water en koolstofdioxide
alcohol en kleurstoffen
water, zouten en vitaminen
water en zouten

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Orgaan:
* Alvleesklier

Hormonen:
* Insuline
* Glucagon

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 7 - Question de remorquage

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 8 - Question de remorquage

alvleesklier maakt: insuline
glucose --> glycogeen






alvleesklier maakt: glucagon
glycogeen --> glucose

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De lever
Deze opdracht doe je in tweetallen.
Je krijgt 15 min. de tijd.

Op TB blz. 160 staat een stukje 
over de functies van de lever.
Maak hier een tekening/overzicht 
van wat je  kunt gebruiken bij het leren 
voor de toets.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Huiswerk voor volgende les
Van 9.2 maken: opdr 4, 5, 6, 8, 10, 12, 16, 17
 

Slide 14 - Diapositive

In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 15 - Quiz

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
bilirubine

Slide 16 - Quiz

Welk mineraal wordt in de lever opgeslagen?
A
fluor
B
calcium
C
fosfor
D
ijzer

Slide 17 - Quiz

Wat is de volgorde waarin een afvalstof je lichaam verlaat?
A
nierslagader > nier > urineleider > blaas > urinebuis > wc
B
nierslagader > nier > urinebuis > blaas > urineleider > wc
C
nierslagader > nier > urineleider > urinebuis > blaas > wc
D
nierslagader > nier > urinebuis > urineleider > blaas > wc

Slide 18 - Quiz

Waarom hebben meisjes een grotere kans op een blaasontsteking dan jongens?

Slide 19 - Question ouverte

Aan het werk
Je kunt bezig gaan met de opdrachten van 9.2
Of je maakt een samenvatting / mindmap van de paragraaf

HUISWERK:
- 9.3 goed doorlezen

Slide 20 - Diapositive