Voorbereiding toets logistiek 1 boekje 17 t/m 22

• Economie en Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Agenda

Toetstraining EO

Oefentoetsen maken boekje 17 t/m 20

Klassikaal begrippen en sommen trainen 

Kahoot 3A

Begrippen PTA logistiek 1

Begrippen PTA

Logistiek 1

Franco/niet franco

Wat is franco levering? Als goederen franco worden geleverd, zijn de transportkosten voor rekening van de verkoper (de afzender) van de goederen. Zijn de goederen niet-franco verzonden, dan draait de koper (de geadresseerde) op voor de kosten.

Gemiddelde voorraad

Gemiddelde voorraad= 

beginvoorraad+eindvoorraad

2

De verschillende voorraden

1. Technische voorraad = de voorraad die in het bedrijf aanwezig is. Dit noemen we ook wel de werkelijke voorraad.

De verschillende voorraden

2. Economische voorraad = de voorraad die beschikbaar is voor verkoop. 

economische voorraad = technische voorraad + bestelde (maar nog niet binnengekomen) artikelen - verkochte (maar nog niet afgeleverde) artikelen

De verschillende voorraden

3. Administratieve voorraad = de voorraad zoals die geregistreerd staat in de administratie. Deze kan groter of kleiner zijn dan de werkelijke voorraad door bv  diefstal.

De verschillende voorraden

Daarnaast moet je rekening houden met:

3. Maximumvoorraad = de voorraad van een artikel mag niet groter zijn dan de maximumvoorraad. Dit is dus de maximaal aanwezige voorraad van een artikel.

4. Minimumvoorraad = de voorraad van een artikel die minimaal aanwezig moet zijn. Komt de voorraad van een artikel onder het minimum, dan moet je bijbestellen.

Voorraadkosten

Rente: Geld lenen kost geld, 

Ruimte: Huisvesting, onderhoud etc

Risico: 

kwalitatief >bederf of beschadiging

kwantitatief> diefstal, 

Commercieel >demodage>prijsrisico (derving product met korting verkopen)

Voorbeeldsom bestellen

De minimumvoorraad flessen olie is 20 besteleenheden van 4 stuks.

De maximumvoorraad is 150 flessen. De voorraad is 50.

Hoeveel besteleenheden mag je maximaal bijbestellen?

Minimumvoorraad= 20 x 4= 80

150 - 50 = 100 (max-werkelijk)

100/4= 25 besteleenheden oftewel 25 colli met daarin 4 flessen

Voorbeeldsom omzetduur

Een bedrijf verkoopt gemiddeld 5.000 auto's per jaar.

De gemiddelde voorraad is 1.000 stuks.

Wat is de omzetduur in weken? Noteer je berekening.

5000/1000 = 5 x per jaar verkoop je de voorraad

52 weken/5 = 10,4 dus iedere 10 weken verkoop je 1000 auto's