Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je al over de verschillende ontwikkelingsfasen?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
12 - 18 jaar
4 - 6 jaar
6 -12 jaar
2 -4 jaar
0 - 2 jaar
0 jaar
Slide 5 - Question de remorquage
Verschillende ontwikkelingen
Ontwikkeling vindt plaats op verschillende gebieden:
1. Lichamelijke ontwikkeling: grove motoriek en fijne motoriek;
2. Geestelijke (praten en lezen) en sociale ontwikkeling (omgang met andere mensen).
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Wat is grove motoriek ?
A
Kleine bewegingen met je handen
B
Geen van de drie
C
Kleine en grote bewegingen
D
Grote bewegingen met romp, armen, benen en heel je lijf
Slide 10 - Quiz
Noem voorbeelden van fijne motoriek.
Slide 11 - Question ouverte
Wat hoort er bij de fijne motoriek en wat hoort bij de
grove motoriek?
Fijne motoriek
Grove motoriek
Slide 12 - Question de remorquage
Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?
Grove motorische ontwikkeling
Fijne motorische ontwikkeling
Geestelijke en sociale ontwikkeling
Fietsen
Samen lezen met je moeder
Spelen in een keukentje
Zwemmen
Op school spelen met klasgenoten
Knippen
Knutselen
Slide 13 - Question de remorquage
Baby en Dreumes (0-2 jaar)
Lichamelijk
- Baby/dreumes groeit heel snel
- 5 maanden omrollen
- Zeven maanden zitten
- 15 maanden lopen
Geestelijke en sociale
- Door anderen na te doen
- Door veel te herhalen
Slide 14 - Diapositive
Noem een voorbeeld van grove motoriek bij een baby?
Slide 15 - Question ouverte
Noem een voorbeeld van sociale ontwikkeling bij een baby?
Slide 16 - Question ouverte
De peuter (2-4 jaar)
Lichamelijk
- Zindelijk worden
Geestelijke en sociale
- Nieuwsgierig
- Zelf doen
- Samen spelen
Slide 17 - Diapositive
Wat betekent zindelijkheid voor een kind?
A
Het vermogen om te leren lezen.
B
Het kunnen herkennen van kleuren.
C
Het succesvol beheersen van toiletgebruik.
D
Het begrijpen van complexe wiskundige concepten.
Slide 18 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de term peuterpubertijd?
A
De fase waarin peuters zelfstandig leren fietsen.
B
De periode waarin peuters hun eerste woordjes leren.
C
Een fase van emotionele en gedragsveranderingen bij peuters.
D
De tijd waarin peuters beginnen met schoolactiviteiten.
Slide 19 - Quiz
De kleuter (4 - 6 jaar)
Lichamelijk
- Evenwichtsgevoel: kan los fietsen
- Kan lichaam beter beheersen
Geestelijke en sociale
- Imiteren
- Praten
- Fantasie
Slide 20 - Diapositive
Waarom kunnen kleuters vaak nog geen onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid?
A
Ze hebben nog geen fantasie.
B
Hun hersenen zijn nog niet voldoende ontwikkeld.
C
Ze willen volwassenen imiteren.
D
Ze hebben geen interesse in de werkelijkheid.
Slide 21 - Quiz
Wat is een voorbeeld van het evenwichtsgevoel van kleuters?
A
Fietsen zonder zijwieltjes
B
Lezen van ingewikkelde boeken
C
Bouwen van complexe torens
D
Herkennen van kleuren
Slide 22 - Quiz
Schoolkind (6 - 12 jaar)
Lichamelijk
- Groeien in de lengte
Geestelijke en sociale
- Sociaal vaardig
(Hoe je met anderen om moet gaan.)
Slide 23 - Diapositive
Wat is een kenmerk van de geestelijke ontwikkeling van een schoolkind?
A
Het vermogen om te kruipen
B
Toename van abstract denken
C
Sterke afhankelijkheid van fysieke activiteiten
D
Onvermogen om emoties te herkennen
Slide 24 - Quiz
Waarom pesten schoolkinderen elkaar vaak?
A
Omdat ze altijd aardig willen zijn.
B
Omdat ze nieuwe vrienden willen maken.
C
Omdat ze onzeker zijn of bang om buitengesloten te zijn.
D
Omdat ze allemaal dezelfde interesses delen.
Slide 25 - Quiz
De tiener (12-18 jaar)
Lichamelijk
- Duidelijk verschil jongens/meisjes
Geestelijke en sociale
- Zelfstandigheid
- Loskomen van ouders
- Verantwoordelijkheid dragen
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Waarom maken pubers vaak veel fouten tijdens hun ontwikkeling?
Slide 28 - Question ouverte
Stel je voor dat je de mogelijkheid hebt om iets te zeggen tegen jezelf van vijf jaar geleden. Op welke leeftijd was je toen en wat zou je jezelf vertellen of adviseren?
Slide 29 - Carte mentale
Volwassene ( 18 - 60 jaar)
Jong volwassenen (18 - 35 jaar)
Volwassenen (35 - 60 jaar)
Lichamelijk
- leesbril, verminderde spierkracht, krijgen van rimpels, dikker worden, overgang
Geestelijke en sociale
- Midlifecrisis (het moeilijk hebben met
leeftijd)
Slide 30 - Diapositive
Wat gebeurt er tijdens een midlifecrisis?
A
Mensen voelen zich erg gelukkig en tevreden met hun leven.
B
Mensen willen niet met anderen praten.
C
Mensen denken na over wat ze willen in hun leven en wat belangrijk voor hen is.
D
Mensen willen gevaarlijke dingen doen.
Slide 31 - Quiz
Wat is een veelvoorkomend aspect van de lichamelijke ontwikkeling van volwassenen?