modale werkwoorden

Doel van deze les: 
Vandaag gaan wij verder met de modale hulpwerkwoorden. 
Je leert de bijzonderheden van de modale hulpwerkwoorden, de betekenissen en hoe je deze moet toepassen. 
Ken jij nog een aantal modalewerkwoorden?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doel van deze les: 
Vandaag gaan wij verder met de modale hulpwerkwoorden. 
Je leert de bijzonderheden van de modale hulpwerkwoorden, de betekenissen en hoe je deze moet toepassen. 
Ken jij nog een aantal modalewerkwoorden?

Slide 1 - Diapositive

Schrijf de modale werkwoorden die je nog kent op

Slide 2 - Question ouverte

dürfen
können
mögen
müssen
möchten
mogen (toestemming)
kunnen
mogen (houden van)
moeten
zou graag willen

Slide 3 - Question de remorquage

Kies de juiste vorm:
Ich ______ morgens immer früh aufstehen
A
müssen
B
müss
C
muss
D
musse

Slide 4 - Quiz

____________ ihr euren Klassenlehrer?
A
Mögt
B
Magt
C
Mag
D
Möchtet

Slide 5 - Quiz

Wir __________ in der Klasse keinen Kaugummi essen.
A
dürven
B
dürfen
C
Darf
D
Darfen

Slide 6 - Quiz

Diese Grammatik habe ich früher nie ___________
A
gekönnt
B
gekannt
C
gekönnen
D
gekonnt

Slide 7 - Quiz

Er _______ nächste Woche nicht mit uns nach Berlin fahren
A
könn
B
kann
C
kanne
D
kan

Slide 8 - Quiz

____________ ihr etwas essen?
A
Magt
B
Möchtet
C
Mögt
D
Mögtet

Slide 9 - Quiz

Und jetzt du!

1. Bij minder dan 5 behaalde punten - video bekijken.

2. Kies daarna 3 opdrachten niveau 1 (paars) & 2 (geel)

(leerlingen met Duits kiezen minimaal 2 opdrachten niveau 2)


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Weet ik nu de bijzonderheden van de Modale werkwoorden?
A
ja
B
nee
C
niet helemaal

Slide 18 - Quiz

Kenn ik de betekenissen van de modale werkwoorden?
A
ja
B
nee
C
niet helemaal

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de bijzonderheden van de modale hulpwerkwoorden?

Slide 20 - Question ouverte