H1.2 B1GY Oefentoets

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom B1K 

Op tafel: 

-Laptop

-Potlood/pen

1. Leren                                                         (15 min)
2. Oefentoets                                               (35 min)
3. Werkstuk de brug (doorlezen)            (30 min)

Wat gaan we deze les doen?

Klaar met de toets? 

1. Lever de toets in
2. Steek je hand omhoog
3. Wacht op goedkeuring
4. Ga naar Teams -> werkstuk Brug -> Lees de opdracht door
5. Ga vast op zoek naar ideeën!

Leerlingen laten inloggen bij Malmberg en klassencode toevoegen

forms.office.com

https://forms.office.com/e/MJSZNcZyZx

Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.

Wetenschap

Wetenschap: 

• Het opdoen van kennis en het toepassen van die kennis in het dagelijks leven

Natuurwetenschappen:

• Natuurkunde -> niet levende natuur
• Scheikunde    -> niet levende natuur
• Biologie           -> levende natuur

Herhaling

 Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Verschillen tussen natuurkunde en scheikunde

Natuurkunde :

• Gaat over stoffen die niet van natuur veranderen
• Veranderingen zijn tijdelijk 

Scheikunde: 

• Gaat over stoffen die in een andere stof veranderen
• Veranderingen zijn blijvend

Herhaling

Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.

Röntgenstraling

Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923)

Röntgenfoto's

• Doorgelaten door: vel, spieren en pezen.
• Tegengehouden door: botten

Herhaling

Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.

Wetenschap

Het opdoen van kennis en het toepassen van die kennis in het dagelijks leven

Natuur- en scheikunde: 

• het ontstaan van bliksem;
  
• het opwekken van elektriciteit met zonnepanelen;
  
• het smelten van kaarsvet;
  
• de remweg van een scooter;
  
• het roesten van een spijker.

(niet levende natuur)

Herhaling

Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is

Onderzoek doen

1. Onderzoeksvraag
2. Hypothese
3. Experiment/onderzoek uitvoeren
   
4. Resultaten weergeven
   
5. Conclusie/reflectie

Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek

Waarnemen

• Waarnemen doe je met je zintuigen.
  
• Zien, horen, ruiken, voelen en proeven
• Niet zomaar ruiken en proeven

• Zintuigen zijn niet nauwkeurig
• Om iets nauwkeurig te onderzoeken, gebruik je een meetinstrument

Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is

Grootheid, eenheid en meetwaarde

Als ik op de weegschaal ga staan zie ik dat deze 85,5 aan geeft.

Wat mis ik hier?

Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is

Grootheid, eenheid en meetwaarde

• Grootheid: Wat je meet (de massa)
• Eenheid: Waarin je de grootheid meet (in kilogram)
• Meetwaarde: Het getal wat je meet (85,5)
• Meetinstrument: Waarmee je de grootheid meet. (weegschaal)
  

Zelf onderzoek doen

1. Onderzoeksvraag

- Welke van de stoffen die je krijgt zijn zuur?
2. Hypothese

- Ik denk dat stof 1, 3 en 5 zuur zijn.
3. Experiment/onderzoeken of de hypothese klopt

- Steeds een scheutje rodekoolsap bij de verschillende vloeistoffen gieten

-Observeren (met de ogen) of er een kleurverandering plaatsvindt

4. Resultaten weergeven

- Geef de resultaten weer in een tabel

5. Conclusie

-Klopt je hypothese? Ja of nee? Hoe zou dat kunnen?

Je kunt uitleggen wat een indicator is

Onderzoek met een indicator 

Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.

• Een voorbeeld van een indicator is de vloeistof jodium.
  
• Met jodium kan je zetmeel aantonen.
  
• Als je jodium op zetmeel druppelt veranderd de kleur van het jodium
  

1. Lezen: H1.2
2. Maken: 1 t/m 10 
3. Oefen: Flitskaarten
4. Leren: leerdoelen

Niet klaar? Geeft niks, wat niet af is in de les, maak je thuis. 

Aan de slag!

Leerlingen laten inloggen bij Malmberg en klassencode toevoegen

1. Lezen: H1.2
2. Maken: 1 t/m 10
3. Oefen: Flitskaarten
4. Leren: leerdoelen
5. Leren H1.1 en H1.2 voor de oefentoets

Voor volgende keer (2 weken)

Leerlingen laten inloggen bij Malmberg en klassencode toevoegen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.