2hv - L6 P3 - werden: tegenwoordige en verleden tijd

2hv
Les 6 P3
Deutsch!
Gutentag
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2hv
Les 6 P3
Deutsch!
Gutentag

Slide 1 - Diapositive

Planning
Woche 12 - Schritt 18 & 19
Woche 13  - Schritt 19 & 20
Woche 14  -  Schritt 20 & 21
Woche 15 - Toets 4
Toets 4 = Schritt 18-22, alleen lezen + luisteren + schrijven + woorden+ grammatica.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Schritt 18 - Luisteren naar alledaagse gesprekjes
Schritt 19 - Spreken (MO) over dingen kopen in de supermarkt
Schritt 20- Schrijven over wonen
Schritt 21 - Gesprek (MO) om een afspraak te maken
Schritt 22 -  Spreken een presentatie houden in de klas

Slide 3 - Diapositive

Wortschatz: 18 & 20

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

der See
A
de zee
B
het meer

Slide 8 - Quiz

das Meer
A
de zee
B
het meer

Slide 9 - Quiz

schrecklich
A
leuk
B
verschrikkelijk

Slide 10 - Quiz

begründen
A
een vloer leggen
B
groen verven
C
discussiëren
D
beargumenteren, redenen geven

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

VERTAAL:
Sara wird morgen 15.

Slide 14 - Question ouverte

VERTAAL:
Werdet ihr morgen für Bio lernen?

Slide 15 - Question ouverte

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Mein nächstes Fahrrad wird blau.
  • Ich werde verrückt!

uitleg

Slide 16 - Diapositive

werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?
uitleg

Slide 17 - Diapositive

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wird
wirst
werde
werden
werden
werden

Slide 18 - Question de remorquage

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op de exta 'e'.

e
e


e
uitleg

Slide 19 - Diapositive

Ik word morgen 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 20 - Quiz

Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt

Slide 21 - Quiz

  • Morgen ga ik je bellen. (van plan zijn -> werden)
  • Morgen ga ik naar oma. (naartoe -> gehen)
  • Gaan we nog afspreken? (zullen -> werden)
  • Gaan we nog? (naartoe -> gehen)

gaan: werden of gehen?
werden: zullen, gaan ..., van plan zijn
gehen: ergens naartoe
uitleg

Slide 22 - Diapositive

Dennis gaat ons helpen.
Dennis ... uns helfen.
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 23 - Quiz

Word jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?

Slide 24 - Question ouverte

Ik ga mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.

Slide 25 - Question ouverte

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Vertalen van gaan:
  • werden = van plan zijn, zullen
  • gehen = ergens naartoe
uitleg

Slide 26 - Diapositive

werden- wurden- würden
ich werde
du wirst
er wird
wir werden
ihr werdet
sie werden
ich bin geworden
ich wurde
du wurdest
er wurde
wir wurden
ihr wurdet
sie wurden
ich würde
du würdest
er würde
wir würden
ihr würdet
sie würden

Slide 27 - Diapositive

Ik werd gisteren 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
würde
B
wurde

Slide 28 - Quiz

Zouden jullie helpen?
... ihr helfen?
2/8
A
Würdet
B
Wurdet

Slide 29 - Quiz

Hij werd geen dierenarts.
Er ... kein Tierarzt.
3/8
A
wurde
B
würde
C
wurdet
D
würdet

Slide 30 - Quiz

Dennis zou ons helpen.
Dennis ... uns helfen.
4/8
A
wurdet
B
würdet
C
wurde
D
würde

Slide 31 - Quiz

Het werkwoord werden OVT
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden

Slide 32 - Question de remorquage

Werd jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?

5/8

Slide 33 - Question ouverte

Ik zou mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.
6/8

Slide 34 - Question ouverte

Maria werd beroemd.
Maria ... berühmt.
7/8

Slide 35 - Question ouverte

Mein Opa und Oma ... für immer zusammenbleiben.
8/8

Slide 36 - Question ouverte

Wat hebben we nodig voor de toekomende tijd?



- een hulpwerkwoord
> werden
- een heel werkwoord

Slide 37 - Diapositive

Hoe ziet dat er in een zin uit?


Ich ......... im Ausland ................ .
Ich werde im Ausland arbeiten.

Ich .....  in die Türkei ........... .
Ich werde in die Türkei fahren.

Slide 38 - Diapositive

Studienführer
7Voorbereiding voor les 7 :
maken: Schritt 20 & 21

verwerkingsopdrachten na les 7:
maken: Schritt 21 & 22

Slide 39 - Diapositive