H5 Afrondingsregels

• Data
• MBO
• Studiejaar 1

Data P1.1 H5 Afrondingsregels

Programma

1. Terugblik mbv vragen  H4
2. Significante cijfers (5.1)
3. Omrekenen van eenheden (5.2)
4. Decimalen (5.3)
5. Huiswerk opgave

Welke eenheid hoort bij de basisgrootheid hoeveelheid stof?

Welke basisgrootheid hoort bij de eenheid ampère?

5,0 g/cm^3

1. 50 kg/m^3
2. 5,0*10^3 kg/m^3
3. 0,50 kg/m^3
4. 500 kg/m^3

Geef de SI-eenheid van de concentratie: c = n/V
c= concentratie
n = hoeveelheid stof
V = Volume

Par. 5.1 Significante cijfers

Hoeveel significante cijfers?
1,23

1. 1
2. 2
3. 3
4. 123

Hoeveel significante cijfers?
80000

1. 1
2. 4
3. 5
4. 8

Hoeveel significante cijfers?
0,0030

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Hoeveel significante cijfers?
1,20*10^3

1. 1
2. 2
3. 3
4. 6

Par. 5.2 Omrekenen van eenheden

Het aantal significante cijfers mag niet veranderen bij omrekenen naar andere eenheid.

Dit in verband met de nauwkeurigheid van de meting

Voorbeelden

Reken om, let op significantie:
0,0050 m^3 = ? mL

5200*10^-2 kV= ? V

Par. 5.3 Decimalen

Het aantal decimalen is het aantal cijfers achter de komma. 

Noteer het aantal decimalen van het volgende getal: 12,924

Noteer het aantal decimalen van het volgende getal: 0,080023

Noteer het aantal decimalen van het volgende getal: 4,692*10^2

Noteer het aantal decimalen van het volgende getal: -5,910*10^-3