Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
P1.1
2020/2021
Aleid Meijberg
Slide 1 - Diapositive
Par. 6.4 Afronden
Programma
1) Samenvatting par. 6.1 t/m 6.3
2) Lees par. 6.4
3) Opdracht 4 uit par 6.4 maken in Lesson Up
Slide 2 - Diapositive
Significante cijfers-Belangrijkste punten
Nullen aan begin van getal tellen niet mee voor significantie, aan het eind van getal wel. VB 0,6500 heeft dus 4 significante cijfers.
Het aantal significante cijfers van een getal dat in de wetenschappelijke of technische notatie staat is het aantal cijfers dat vooraan staat VB -4,8*10^5 heeft dus 2 significante cijfers.
Bij omrekenen van meetwaarden naar andere eenheid mag het aantal significante cijfers niet veranderen VB 5 kg is omgerekend 5*10^3g en niet 5000 g
Slide 3 - Diapositive
Decimalen: belangrijkste punten
Het aantal decimalen is het aantal cijfers achter de komma. VB 62,9 heeft 1 decimaal
Nullen aan eind van getal tellen mee voor het aantal decimalen VB 0,6500heeft 4 decimalen
Voor bepalen aantal decimalen van een getal in de wetenschappelijke of technische notatie schrijf je het getal uit VB 2,358*10^3 = 2358 en heeft dus 0 decimalen.
Slide 4 - Diapositive
Ga voor jezelf na:
0,06500 heeft 5 decimalen, maar 4 significante cijfers.
8,5*10^-5 (=0,000085) heeft 6 decimalen, maar 2 significante cijfers.