Trappen van vergelijking


Las comparaciones - de trappen van vergelijking
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 160 min

Éléments de cette leçon


Las comparaciones - de trappen van vergelijking

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen: 
# Ik kan de trappen van vergelijking toepassing in de beschrijving van personen of producten. 
# Ik kan examenteksten op A2 niveau begrijpen en hier op een effectieve manier examenvragen over beantwoorden
# Ik weet welke leesstrategieën ik kan inzetten bij verschillende vraagsoorten.
# ik herken de (bevestigende) gebiedende wijs in het Spaans in teksten.
# Ik kan de (bevestigende) gebiedende wijs gebruiken bij het wijzen van de weg.


Slide 2 - Diapositive

De trappen van vergelijking
tan ... como
más OF menos ... que
EL/LA/LOS/LAS más OF menos ...

Slide 3 - Diapositive

trappen van vergelijking
STELLENDE TRAP
Juan is net zo groot als Lisa. 
VERGROTENDE TRAP
Elena is groter dan Miguel. 
OVERTREFFENDE TRAP 
Alejandro is de grootste. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Grammatica & schrijven


1. Lees de informatie over de trappen van vergelijking GB p. 33-34

2. Bekijk de oefeningen in je Gele Boekje op blz 33-34 nog een keer.

3. Ga nu verder met de volgende slides:

Extra oefeningen op Study Spanish

Slide 6 - Diapositive

1. Leesvaardigheid
  • Je gaat aan de slag met vier Examenteksten VMBO TL: zie GB achterin tekst 8, 9, 10 en 12 
  • Neem het boekje Stappenplannen Examentraining door (blz 1-5)
  • Bekijk de teksten + vragen en noteer welk stappenplan je bij welke vragen gaat gebruiken.
  • Ga nu aan de slag met de teksten en gebruik daarbij de algemene tips + passende stappenplannen.
  • Markeer in de tekst waar volgens jou het bewijs staat van het juiste antwoord.
  • Vragen en antwoorden in het Spaans? Zet de vertaling erbij. 
  • Noteer de vertaling van opgezochte woorden in de kantlijn. 
  • Als je een tekst af hebt, controleer je je antwoorden met nakijkblad van je docent.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

zoek op:
1. Bekijk op de volgende slide de werkwoorden die je nodig hebt om de weg te kunnen wijzen. Noteer deze (+vertaling) in je schrift.
2. Zoek ook de vertaling op van de woorden in het Nederlands in de rechterkolom en noteer in je schrift. 
3. Klaar? Laat controleren door je docent.
4. Schrijf nu een dialoog tussen twee personen waarin de weg wordt gevraagd (en uitgelegd). Beide personen moeten minimaal 5x een verschillend ww in de imperativo gebruiken. Gebruik hierbij de afbeelding van slide nr 27.
5. Laat je dialoog controleren door je docent en oefen totdat je deze uit je hoofd kan doen.
6. Klaar? Probeer nu je klasgenoot door 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive