Taal - telwoorden

Taal
blok 6 les 15
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taal
blok 6 les 15

Slide 1 - Diapositive

voorkennis activeren
Beantwoord de vragen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe oud ben je?

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel kinderen zitten er in onze klas?

Slide 4 - Question ouverte

Welke plaats wil je behalen bij een wedstrijd?

Slide 5 - Question ouverte

leerdoel
Ik kan telwoorden herkennen.

Slide 6 - Diapositive

instructie

.

Slide 7 - Diapositive

instructie
Mike heeft drie keer gescoord.

Slide 8 - Diapositive

instructie
Dairon moet om half negen op school zijn.


Slide 9 - Diapositive

instructie
Morgen gaat Esila twee pakjes drinken meenemen.



Slide 10 - Diapositive

instructie
Safa schrijft voor de derde keer een brief.

Slide 11 - Diapositive

instructie
Aysima scoorde voor de vierde keer.

Slide 12 - Diapositive

instructie
Enes fietste hard en won de eerste prijs.


Slide 13 - Diapositive

Hidde wint de zwemwedstrijd.
Hij is .....

Slide 14 - Question ouverte

Niklas fietst in .... minuten naar school.

Slide 15 - Question ouverte

Alle kinderen nemen minstens ..... spelletjes mee.

Slide 16 - Question ouverte

Opa en oma komen op ..... april langs.

Slide 17 - Question ouverte

Mijn broer krijgt een fiets voor zijn ..... verjaardag.

Slide 18 - Question ouverte

Maissa heeft een tien voor haar dictee.
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 19 - Quiz

Amira staat op de tweede plek.
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 20 - Quiz

Quentin doet voor de vijfde keer mee.
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 21 - Quiz

Jessy wordt volgend jaar elf jaar.
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 22 - Quiz

Het eerste spel is heel realistisch.
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

instructie
.

Slide 26 - Diapositive

instructie





De helft of halveren betekent dat iets in twee gelijke delen wordt gesplitst.

Slide 27 - Diapositive

instructie

Slide 28 - Diapositive

instructie
Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 29 - Diapositive

instructie






Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 30 - Diapositive

instructie
Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 31 - Diapositive

tussen 63 en 79 ligt ........

Slide 32 - Question ouverte

tussen 82 en 96 ligt ........

Slide 33 - Question ouverte

tussen 140 en 200 ligt ........

Slide 34 - Question ouverte

tussen 710 en 770 ligt ........

Slide 35 - Question ouverte

tussen 1300 en 2600 ligt ........

Slide 36 - Question ouverte

tussen 4400 en 5200 ligt ........

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 64 en 78 ligt 73

Slide 39 - Diapositive

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 500 en 620 ligt 580

Slide 40 - Diapositive

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 4400 en 8400 ligt 6400

Slide 41 - Diapositive

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 64 en 78 ligt 73

Slide 42 - Diapositive

Lesafsluiting
groen of rood?

Ik kan het midden van twee getallen berekenen. 

Slide 43 - Diapositive