Repaso Gramática U9 C1

Unidad 9 Gramática
1. Pretérito perfecto (regelmatige werkwoorden)
2. Onregelmatige voltooid deelwoorden. 
3. Wederkerende werkwoorden (Pretérito perfecto) 

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unidad 9 Gramática
1. Pretérito perfecto (regelmatige werkwoorden)
2. Onregelmatige voltooid deelwoorden. 
3. Wederkerende werkwoorden (Pretérito perfecto) 

Slide 1 - Diapositive

Pretérito perfecto
- Gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden.
 "Elena ha venido ahora mismo" "Elena is net gekomen"
"Hoy he comido sopa de verduras." "Vandaag heb ik groentesoep gegeten"

- Voor dingen die iemand tijdens  zijn leven gedaan heeft.
"Mi tía Rosa ha viajado mucho" Mijn tante Rosa heeft veel gereisd"
"Mi padre ha estado muchas veces de vacaciones en Indonesia"


                              

Slide 2 - Diapositive

Pretérito perfecto

Slide 3 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Yo                                           me     he
Tú                                           te       has                                               ducharse
Él/ella/ usted                    se       ha
Nosotros/-as                    nos   hemos        + duchado
Vosotros/-as                     os     habéis
Ellos/ellas/ustedes         se     han

Slide 4 - Diapositive

PRETÉRITO PERFECTO:
LEVANTARSE (NOSOTROS)

Slide 5 - Question ouverte

Getallen 1 t/m 1000

Slide 6 - Diapositive

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
550

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
967

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
667

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
2544

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
7041

Slide 11 - Question ouverte


Ik kan werkwoorden in Pretérito Perfecto (voltooid tegenwoordige tijd) vervoegen.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 12 - Sondage


Ik ken de getallen 1 t/m 1000 in het Spaans.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 13 - Sondage