thema 6, les 11-12
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is de ik-vorm van het
werkwoord " rusten" ?
werkwoord " rusten" ?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "proeven"?
werkwoord "proeven"?
Slide 4 - Carte mentale
Wat is de ik- vorm/stam van het
werkwoord "peinzen"?
werkwoord "peinzen"?
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "zwaaien"?
werkwoord "zwaaien"?
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
mopperen(VT)
Vader............tegen zijn kinderen.
Vader............tegen zijn kinderen.
Slide 8 - Question ouverte
bedreigen(VT)
De overvallers ............de mensen in het gebouw.
De overvallers ............de mensen in het gebouw.
Slide 9 - Question ouverte
bedriegen(VT)
De jongen................de oude vrouw.
De jongen................de oude vrouw.
Slide 10 - Question ouverte
bijten (VT)
................de honden in het bot?
................de honden in het bot?
Slide 11 - Question ouverte
studeren
Mijn broer heeft geschiedenis...............
Mijn broer heeft geschiedenis...............
Slide 12 - Question ouverte
uitrusten
Na een nacht goed slapen ben ik............
Na een nacht goed slapen ben ik............
Slide 13 - Question ouverte
trakteren
Omdat ik jarig ben, heb ik ......................
Omdat ik jarig ben, heb ik ......................
Slide 14 - Question ouverte
herkennen
Ik had je niet meteen....................
Ik had je niet meteen....................
