Breuken

• Wiskunde
• Basisschool
• Groep 6

Breuken

Wat heb je nodig bij de les?

• Goede luisterhouding
• Bord, mes en vork
•  wisbordje 
• werkboek en potlood

Doelen van de les

• Ik kan uitleggen wat een breuk is.
•  Ik kan iets in breuken verdelen.
• Ik kan een breuk uitspreken.
• Ik weet wat een teller, noemer en breukstreepje zijn. 

Breuken

Wat is een breuk?

Wat is een breuk?

Belangrijk om te weten:

• gelijke even grote stukken
• eerlijk verdelen

Voorbeeld 

Ik- fase 

Voorbeeld:

- Ik snij de pannenkoek in 2 delen. Ik leg uit dat het ene deel voor mijn collega is en het andere deel voor mij is. 

Benoem dat het 1 van de 2 delen is.

Je zegt dan 1/2 deel. 

Ik schijf 1/2 deel op. 

 Delen 

• Je gaat nu je pannenkoek in 2 stukken snijden.
• Hoeveel delen heb je nu?
  
• Hoe heet 1 deel? 

Voorbeeld 

 Delen 

• Wij gaan nu de pannenkoek in 4 gelijke stukken snijden.
• Hoeveel delen heb je nu?
• Hoe heet 1 deel? 
• Schrijf de antwoorden op je wisbordje.

Wij- fase

Samen verdelen we de pannenkoek in 4 gelijke stukken. 

 Delen 

• Wij gaan nu de pannenkoek in 3 gelijke stukken snijden.
• Hoeveel delen heb je nu?
• Hoe heet 1 deel?  
• Schrijf de antwoorden op je wisbordje.

jullie - fase

Samen verdelen we de pannenkoek in 3 gelijke stukken. 

 Delen 

• Wij gaan nu de pannenkoek in 6 gelijke stukken snijden.
• Hoeveel delen heb je nu?
• Hoe heet 1 deel? 
• Schrijf de antwoorden op je wisbordje.

jullie - fase

Samen verdelen we de pannenkoek in 3 gelijke stukken. 

Werkboek

• Maak opdracht 1 t/m 4 

Doelen van de les

• Ik kan uitleggen wat een breuk is.
•  Ik kan iets in breuken verdelen.
• Ik kan een breuk uitspreken.
• Ik weet wat een teller, noemer en breukstreepje zijn.