3.1 chemie in cellen

assemble = in elkaar zetten

dismember = in stukken 
snijden
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

assemble = in elkaar zetten

dismember = in stukken 
snijden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofwisseling
waar denk jij aan?
wat gaan we leren?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 chemie in cellen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anorganische stoffen
Organische stoffen
Andere organische stoffen
Dissimilatie
Assimilatie
Voortgezette assimilatie

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie rijke organische stoffen worden afgebroken:
Energie rijke organische stoffen worden opgebouwd:
Dissimilatie
Assimilatie

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3  Bepaal of de stoffen organisch of anorganisch zijn:
timer
1:00
Anorganisch

Organisch
Eiwit
Ureum
NaCl
Glucose
DNA
Koolstof mono-oxide

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de kenmerken van (an) organische stoffen?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

duizenden chemische 
reacties ...

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

METABOLISME = 
alle  chemische reacties in een organisme  

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metabolisme wordt geregeld door enzymen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke stap in de metabole route vereist zijn eigen enzym!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enzymen zijn eiwitten met een specifieke vorm.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische wasmiddelen bevatten enzymen.

Leg uit waarom bij het gebruik van deze wasmiddelen de temperatuur niet te hoog mag zijn.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

metabolisme wordt ingedeeld in twee typen reacties: 

assimilatie (anabool)                 dissimilatie (katabool)              
* opbouw                                       * afbraak       
* kost E                                            * levert E

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

assimilatie + dissimilatie
fotosynthese
verbranding
nog groter organisch molecuul
voortgezette assimilatie

Slide 17 - Diapositive

tijdens de verbranding (cellulaire respiratie) wordt het 'geld' gedrukt wat de cellulaire economie drijft: ATP
de vorming van ATP
functie ATP: energiedrager

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee van de in de afbeelding aangegeven processen p, q, r en s, kunnen plaatsvinden in cellen van de mens?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

organisch en anorganisch
* groot
* bevat C, H, O
* ontstaan uit assimilatie
* klein

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

to do!
SPRINTPLANNING 2: burndownchart, to do-busy-done
lezen basisstof 3.1
maken opdrachten van 3.1 (1 t/m 9)
af? begin aan 3.2!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stofwisseling?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van stofwisseling is...
A
Afbreken van moleculen
B
Naar het toilet gaan
C
Assimilatie
D
Stofzuigen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwit is een voorbeeld van een...
A
organische stof
B
anorganische stof

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof is een voorbeeld van een...
A
organische stof
B
anorganische stof

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolstofdioxide...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de volgende begrippen op volgorde van klein naar groot:
zetmeel, moleculen, atomen, glucose.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de dierlijke variant van zetmeel?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er hier sprake van assimilatie of dissimilatie?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dissimilatie?
A
Verbranding
B
Fotosynthese
C
Opbouwen van stoffen
D
A en C zijn juist, B is onjuist

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dissimilatie...
A
is energie nodig
B
komt energie vrij

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

assimilatie is:
A
Het omzetten van stoffen.
B
Het afbreken van stoffen.
C
Het omzetten van stoffen waarbij anorganische stoffen worden gemaakt
D
Het opbouwen van stoffen waarbij energierijke organische stoffen worden gemaakt.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van deze stoffen is anorganisch?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
mineralen

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Test jezelf
online malmberg methode

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions