Troisième cours 16 septembre

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning et buts
Aan het eind van dit blokuur....
1.  Hebben we het huiswerk (leerwerk) nagekeken
2. Kan je een forum over activiteiten begrijpen
3. Kan je de présent en de passé composé maken

Slide 2 - Diapositive

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken

Vocabulaire A + B
5 zinnen en een verhaaltje met de présent

Slide 4 - Diapositive

Vocabulaire A

Slide 5 - Diapositive

Vocabulaire B

Slide 6 - Diapositive

De opdrachten
1. Maak 5 zinnen met in ieder geval:
elk werkwoord (aller, faire, nager, jouer et parler) gebruikt.

2. Maak een verhaaltje over jouw droomvakantie, wat doe je dan? Zet het in de présent en oefen vooral met de werkwoorden op -er en aller en faire. 

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld v.d. opdrachten
1. Je fais du hockey.
Nous allons à la plage.

2. Je fais du volley. Je fais du shopping avec ma famille et je vais à la plage...............

Slide 8 - Diapositive

Au travail 
Exercices 8,10 et 11 (p.9-11)

timer
17:00

Slide 9 - Diapositive

Uitleg en spelletjes passé composé

Slide 10 - Diapositive

Heden = NU
Présent
1. stam maken -er
2. stam opschrijven
3. + uitgang!


Slide 11 - Diapositive

Met de présent vertel je over
A
het verleden
B
het heden (wat je nu doet)
C
de toekomst

Slide 12 - Quiz

de présent is de..
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 13 - Quiz

je ________ (danser -présent)
A
danse
B
danserai
C
dansais
D
ai dansé

Slide 14 - Quiz

ils (adorer, présent)
A
adoraient
B
adorent
C
adore
D
adorait

Slide 15 - Quiz

Passé Composé

Slide 16 - Diapositive

Passé composé

Slide 17 - Diapositive

Le passé composé Avoir+Être

Slide 18 - Diapositive

Passé composé 
Faire 

J'ai      fait 
tu as    fait 
il/ elle / on      fait 
nous avons     fait 
Vous avez      fait
Ils/ elles ont   fait 
Voltooide Tijd 
Doen/ maken 

Ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt 
hij/ zij heeft gemaakt
Wij hebben gemaakt
Jullie hebben gemaakt
Zij hebben gemaakt 

Slide 19 - Diapositive

Zinsvolgorde
Onderwerp-werkwoorden-rest van de zin
Patrick-une pizza-mangé-a
Patrick a mangé une pizza.


Slide 20 - Diapositive

Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
mon
soeur
a
écouté
un
gâteau
copain
préparé
douze

Slide 21 - Question de remorquage

Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
ma
père
a
écouté
un
film
mère
regardé
douze

Slide 22 - Question de remorquage

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 23 - Question de remorquage

Passé-composé
J'
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
ai fait
as fait
a fait
 avons fait
avez fait
ont fait

Slide 24 - Question de remorquage

présent
passé composé
Je regarde Netflix
Luc et Sophie parlent français
On a fêté l'anniversaire
Vous avez invité Luc?

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je fais
Il parle
Il a parlé
Nous avons regardé
J'ai fait
Nous regardons

Slide 26 - Question de remorquage

présent
passé composé
je fais
j'ai fait
Nous choisissons
Vous avez choisi
Vous avez
Vous avez eu
Il a été
vous faites
Elles ont cherché

Slide 27 - Question de remorquage

Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
mes
père
ont
regardé
une
chanson
amis
chanté
douze

Slide 28 - Question de remorquage

Le passé composé

Slide 29 - Diapositive

Devoirs
Faire: 
Exercices 13cd et 14

Apprendre: vocabulaire A + B (p.40-41 wb)
Grammaire C (p.10 tb)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive