mavo4 th. 3 H4 Energie

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat weet je nog?
Wat is een nadeel van kernenergie?
A
Je hebt maar weinig uranium nodig.
B
Bij de productie van kernenergie wordt geen CO2 uitgestoten.
C
Kernenergie vermindert de afhankelijkheid van andere (fossiele) brandstoffen.
D
Bij het opwekken van kernenergie ontstaat radioactief afval.

Slide 10 - Quiz

Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit
A
Plantenresten
B
Dierenresten
C
Planten- en dierenresten
D
De fabriek

Slide 11 - Quiz

Wat is geen vorm van duurzame energie?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Wind-energie

Slide 12 - Quiz

Jodiumpillen zijn alleen voor kinderen onder de 18 jaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je stroom die op een duurzame manier is opgewekt?
A
Grijze stroom
B
Goede stroom
C
Groene stroom
D
Gele stroom

Slide 14 - Quiz

Verkleinen monoculturen de kans op insectenplagen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Wordt op grote akkerbouwbedrijven voornamelijk stalmest gebruikt om het land te bemesten?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Hier staan twee beweringen over biologische landbouw.
1 Biologische landbouw is beter voor het milieu dan de gangbare landbouw.
2 In de biologische landbouw is veel aandacht voor het welzijn van dieren.

Welke bewering(en) is (zijn) juist?
A
Bewering 1 is juist
B
Bewering 2 is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 17 - Quiz

Vier landbouwmethoden in Nederland zijn de intensieve akkerbouw, de biologische landbouw, de intensieve veehouderij en de intensieve tuinbouw.

Voor welke van deze landbouwmethoden geldt dat de producten meestal iets duurder zijn dan de producten van de andere landbouwmethoden?
A
Voor de intensieve akkerbouw.
B
Voor de biologische landbouw.
C
Voor de intensieve veehouderij.
D
Voor de intensieve tuinbouw.

Slide 18 - Quiz

Waar wordt het landoppervlak in Nederland vooral voor gebruikt?
A
steden en dorpen
B
infrastructuur (wegen)
C
landbouw en veeteelt
D
bossen, heide, vennen enz.

Slide 19 - Quiz