Spelling langermaakwoord

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Doel van de les
langermaakwoord toepassen

Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Question ouverte

2

Slide 4 - Question ouverte

3

Slide 5 - Question ouverte

4

Slide 6 - Question ouverte

5

Slide 7 - Question ouverte

Nu gaan we het langermaakwoord herkennen in woorden. De vraag is steeds. Welk woord is een langermaakwoord?

Slide 8 - Diapositive

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
brood
C
verwondering
D
kegel

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
komst
B
vlaai
C
gezeur
D
tekenaar

Slide 10 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
uniek
B
geworden
C
mooier
D
web

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
bloeien
B
verzamelaar
C
worst
D
vegen

Slide 12 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
vertalen
B
herfst
C
ooievaar
D
vragen

Slide 13 - Quiz

Kan jij de regel van het langermaakwoord benoemen?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 14 - Sondage

Kan jij woorden herkennen met een langermaakwoord?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 15 - Sondage

Wat vindt jij nog lastig aan het langermaakwoord?

Slide 16 - Question ouverte

1. Laat de tablet liggen op de tafel van de groepsleider/
2. Ga op je eigen plek zitten.
3. Pak je wisbordje en stift erbij.

Slide 17 - Diapositive