Extra Les 2: Kruisingen introductie

Extra Les 2: Kruisingen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Extra Les 2: Kruisingen

Slide 1 - Diapositive

Welke kleur ogen hebben jij, je vader, je moeder, broertje(s), zusje(s)...?

Slide 2 - Question ouverte

Herhaling recessief / dominant
Van veel genen bestaan twee varianten: een dominante, 'sterke' variant, en een recessieve, 'ondergeschikte', variant. 

De eigenschap die hoort bij het DOMINANTE allel komt altijd tot uiting, óók als je ook de andere (recessieve) variant van het gen hebt. 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling recessief / dominant
Dominant: HOOFDLETTER (bijvoorbeeld B of A of R)
Recessief: kleine letter (bijvoorbeeld b of a of r)

Oogkleur: 
Bruine ogen is DOMINANT over blauwe ogen (recessief)
Iemand die blauwe ogen heeft, heeft dus genotype bb.
Iemand met bruine ogen, genotype BB óf Bb.

Slide 4 - Diapositive

Homozygoot / Heterozygoot
"Homo" betekent "Gelijk"
"Hetero" betekent "Verschillend"

Een homozygoot genotype is dus een genotype met TWEE DEZELFDE ALLELEN: bijvoorbeeld BB of bb.
Een heterozygoot genotype is dus een genotype met TWEE VERSCHILLENDE ALLELEN: Bb

Slide 5 - Diapositive

Iemand heeft voor een eigenschap genotype Aa. Wat voor genotype is dit?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 6 - Quiz

Een persoon heeft blauwe ogen. Wat voor genotype heeft deze persoon?
A
Homozygoot recessief
B
Heterozygoot
C
Homozygoot dominant
D
Dat is niet te zeggen.

Slide 7 - Quiz

Oogkleur
Zoals we eerder zagen: het allel voor bruine oogkleur is STERKER dan het allel voor blauwe oogkleur. Bruin is dus dominant en blauw recessief. 

Een persoon heeft voor iedere eigenschap twee allelen: tweemaal dezelfde (homozygoot dominant of homozygoot recessief)  of twee verschillende (heterozygoot: het DOMINANTE allel komt dan tot uiting. 

Iemand met blauwe ogen is dus altijd homozygoot recessief voor deze eigenschap.

Slide 8 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting
(let niet te veel op de moeilijke woorden!)

Tijdens reductiedeling van lichaamscellen (ook wel meiose genoemd), worden geslachtscellen geproduceerd. 
Uit één lichaamscel ontstaan 4 geslachtscellen (ei- of zaadcellen). 

Net als bij de mitose (zie vorige les) wordt eerst het DNA (het chromosoom) verdubbeld. Deze dubbele strengen DNA worden verdeeld over 2 nieuwe cellen (1e deling). Tijdens de 2e deling worden de verdubbelde chromosomen weer uit elkaar getrokken en verdeeld over weer twee cellen. Er zijn nu die VIER cellen met ieder de HELFT van de chromsomen van de oorspronkelijke cel! 
Leer hier meer over in de volgende video. 

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Als een lichaamscel 46 chromosomen heeft in 23 paren, hoeveel chromosomenparen heeft een geslachtscel dan? (na reductiedeling)
A
46
B
23
C
92
D
0

Slide 11 - Quiz

Een heremietkreeft heeft lichaamscellen met 254 chromosomen (!). Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel van een heremietkreeft?
A
254
B
23
C
127
D
508

Slide 12 - Quiz

Kruisingen
Een man met bruine ogen en een vrouw met bruine ogen krijgen een kind... met blauwe ogen?! Kan dat wel? Of zou het kind eigenlijk een andere vader hebben?

Slide 13 - Diapositive

Kunnen twee mensen met bruine ogen een kind krijgen met blauwe ogen?
A
Ja, als ze beide homozygoot zijn voor oogkleur.
B
Ja, als ze beide heterozygoot zijn voor oogkleur.
C
Nee, want ze kunnen beide geen allel hebben voor blauwe ogen.
D
Nee, want het allel voor bruine oogkleur is recessief.

Slide 14 - Quiz

Kruingen
Het kan inderdaad! Hoe werkt dat? 

Bruine oogkleur is DOMINANT (we gebruiken als letter: B). Blauwe oogkleur is recessief (b)

Vader heeft bruine ogen: hij kan dus genotype BB hebben, of Bb. 
Moeder heeft bruine ogen: zij kan dus genotype BB hebben, of Bb. 

In de afbeelding op de volgende pagina zie je hoe reductiedeling (meiose) bij de vader verloopt indien hij genotype BB (homozygoot dominant dus!) is. Bij de moeder gaat het op dezelfde manier, alleen ontstaan bij haar geen zaadcellen, maar eicellen. 

Slide 15 - Diapositive

Als vader of moeder homozygoot dominant (BB) is, krijgt hij/zij dus alleen maar geslachtscellen met dominante allelen. Als twee geslachtscellen met allel B samensmelten, krijgt de baby dus ook alleen maar dominante allelen (B) en dus bruine ogen! Maar het kan ook anders... wat nou als beide ouders heterozygoot zijn?

Slide 16 - Diapositive

Beide ouders homozygoot dominant: BB x BB = BB 
Beide ouders hebben BB. Al hun geslachtscellen hebben dus een dominant allel (B). Wanneer een eicel en zaadcel samensmelten, zal het embryo (en het kind dus uiteindelijk) dus altijd twee dominante allelen voor oogkleur krijgen: zijn/haar oogkleur zal dus ook bruin zijn!

Slide 17 - Diapositive

Ook bij iemand die heterozygoot (Bb) is voor oogkleur, komt het dominante allel tot uiting: de hoofdletter B dus, voor bruine oogkleur. De kleine letter b van blauwe oogkleur is dus recessief. 
 Hoe gaat de reductiedeling dan?
Als je kijkt naar de meest rechtse afbeelding, zie je dat van de vier ontstane geslachtscellen, er TWEE zijn met een (hoofdletter) B (dominant), en TWEE met een (kleine letter b). Er zal uiteindelijk maar één zaadcel samensmelten met een eicel, dus heb je 50% kans dat een geslachtscel met een B het zal redden, en 50% kans dat dat er een met een b is. 

Slide 18 - Diapositive

Heterozygote ouders
Beide heterozygote (Bb) ouders hebben 50% kans om een B door te geven en 50% kans om een b door te geven. 
Daardoor kan het kind zowel bruine als blauwe ogen krijgen: 

Beide ouders geven B: B + B  = BB voor kind
Beide ouders geven b: b + b = bb voor kind
Ene geeft B, andere b: B + b = Bb voor kind

Dat kun je gemakkelijker opschrijven...  maar dat leren we volgende week! 

Slide 19 - Diapositive

Vader geeft een zaadcel met allel B, moeder geeft een eicel met allel b. Welke oogkleur krijgt het kind?
A
Blauw, want het kind is heterozygoot (Bb) en het recessieve allel komt tot uiting.
B
Bruin, want het kind is heterozygoot (Bb) en het dominante allel komt tot uiting.
C
Blauw, want het kind is homozygoot recessief (bb).
D
Bruin, want het kind is homozygoot dominant (BB).

Slide 20 - Quiz

Vader is homozygoot dominant (BB), moeder is homozygoot recessief. Hoeveel procent kans is er dat hun eerste kind bruine ogen heeft? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Question ouverte

Bonusvraag: beide ouders zijn heterozygoot voor de eigenschap oogkleur. Hoe groot is de kans dat het kind bruine ogen heeft? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte

Reflectie: wat vond je het moeilijkst en het makkelijkst aan deze les? Zijn er onderdelen waar je extra hulp bij zou willen?

Slide 23 - Question ouverte

1

Slide 24 - Vidéo

00:00
Volgende week, of later deze week, leren we meer over het maken van de "kruisingsschema's" die in deze video benoemd worden! Daarvoor is het handig om deze video vast gezien te hebben. 

Slide 25 - Diapositive