Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Schrijf hieronder minimaal 3 kilowoorden met -ieel.
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf hieronder minimaal 3 kilowoorden met -iaal.
Slide 3 - Question ouverte
Wat zie je?
A
een lineaal
B
een lieneaal
C
een liniaal
D
een lieniaal
Slide 4 - Quiz
Welke van deze regels klopt niet?
A
Kilowoord. Ik hoor de /ie/ maar ik schrijf de i.
B
Kilowoord. Ik hoor de /ei/ maar ik schrijf de i. Woorden die eindigen op -ieel horen hier bij. Eel-woord. Ik schrijf de ee.
C
Kilowoord. Ik hoor de /ie/ maar ik schrijf de i. Woorden die eindigen op -ieel horen hier bij. Eel-woord. Ik schrijf de ee.
Slide 5 - Quiz
Wat zijn kilowoorden met -ieel , -iaal? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Luister goed!
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Dictee
Instructie: Klik op de buttons om de woorden en zinnen te horen. Schrijf het op een papiertje en kijk het daarna zelf na aan de hand van het volgende filmpje.