3H 6.4 WERKEN MET GAMMASTRALING

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt beschrijven wat radioactiviteit is.
  • Je kunt de activiteit in de loop van de tijd berekenen.
  • Je kunt de halveringstijd bepalen uit een vervalkromme.
  • Je kunt drie soorten straling beschrijven die radioactieve stoffen kunnen uitzenden.
  • Je kunt verschillende soorten straling het doordringend vermogen beschrijven.
  • Je kunt het verschil tussen besmetting en bestraling uitleggen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Je kunt de activiteit in de loop van de tijd berekenen.
Je kunt de halveringstijd bepalen uit een vervalkromme.

Slide 19 - Diapositive

1

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Radiogolven
Röntgen
Licht
UV
Gamma
IR

Slide 22 - Question de remorquage

Natuurlijke stralingsbron
Kunstmatige stralingsbron
Radiozender
Afstandsbediening
De zon
Kampvuur
Wifi-router
Uranium
De Playstation 5

Slide 23 - Question de remorquage

Het elektromagnetisch spectrum bestaat uit verschillende soorten straling.  Zet De straling in de juiste volgorde.
Het spectrum :
röntgenstraling
zichtbaar licht
IR-straling
Gammastraling
UV straling
Microgolven
radiogolven

Slide 24 - Question de remorquage

Alpha
Beta
Gamma
Positief
Negatief
Neutraal
Relatief groot
Klein
Geen grootte
Doordring-baarheid Laag
Doordringbaarheid Gemiddeld
Doordring-baarheid Hoog
Helium kern
Elektron
Foton (golf, onzichtbaar licht)

Slide 25 - Question de remorquage

Hoe verandert het aantal protonen en neutronen in een kern als een atoomkern een alfadeeltje uitstoot?
A
2 protonen neemt af neutronen blijven hetzelfde
B
2 protonen en 2 neutronen neemt af
C
2 neutronen neemt af

Slide 26 - Quiz

Hoe verandert het massagetal als een atoomkern een alfadeeltje uitzendt?
A
massagetal 4 toe
B
massagetal 2 af
C
massagetal 2 toe
D
massagetal 4 af

Slide 27 - Quiz

Hoe verandert het ladingsgetal als een atoomkern een betadeeltje uitzendt?
A
het ladingsgetal neemt 1 toe
B
het ladingsgetal neemt 2 toe
C
het ladingsgetal neemt 1 af

Slide 28 - Quiz

Lees paragraaf 4 blz 156 t/m 162
Maak opdrachten 3 t/m 12 blz 163,164,165

Slide 29 - Diapositive