spelling - opdr 14 tm 19 (mede)klinkers, klanken en klankgroepen.AC

2.2. Spellingregels blz 36 t/m 45 
  • klinkers en medeklinkers
  • korte en lange klanken
  • klankgroepen 
  • meervoud
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.2. Spellingregels blz 36 t/m 45 
  • klinkers en medeklinkers
  • korte en lange klanken
  • klankgroepen 
  • meervoud

Slide 1 - Diapositive

Kun jij het alfabet opzeggen?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

klinkers en medeklinkers 
Om goed te kunnen spellen is het belangrijk om te weten welke letters de klinkers en welke de medeklinkers zijn.

Slide 3 - Diapositive

De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn blauw.

(au & oei zijn ook klinkers)

Slide 4 - Diapositive

opdracht 14 

Maak opdracht 14 in de online methode! 

Slide 5 - Diapositive

KORTE EN LANGE KLANKEN

Slide 6 - Diapositive

paal
A
korte klank
B
lange klank

Slide 7 - Quiz

klop
A
korte klank
B
lange klank

Slide 8 - Quiz

vuur
A
korte klank
B
lange klank

Slide 9 - Quiz

groot
A
korte klank
B
lange klank

Slide 10 - Quiz

fles
A
korte klank
B
lange klank

Slide 11 - Quiz

deeg
A
korte klank
B
lange klank

Slide 12 - Quiz

vis
A
korte klank
B
lange klank

Slide 13 - Quiz

opdracht 15 


Maak opdracht 15 in de online methode 





Slide 14 - Diapositive

Korte of lange klank?

Slide 15 - Diapositive

Klankgroepen blz 39

Slide 16 - Diapositive

hoe doe je dat? 
1. Luister naar het woord in je hoofd (bv 'regen')
2. Hak het woord in klankgroepen. Doe dit door te klappen.  
Hoor je aan het eind van de eerste klank een korte klank? > Dan schrijf je een extra medeklinker. 
Bijvoorbeeld: kippen / ki - pen / kippen
Hoor je aan het eind van de eerste klankgroep een lange klank? > Dan schrijf je een maar één klinker. 
bijvoorbeeld: regen / ree -gen / regen

Slide 17 - Diapositive

De a in 'hamer' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 18 - Quiz

De u in 'muggen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 19 - Quiz

De o in 'spotten' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 20 - Quiz

De e in 'wezen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 21 - Quiz

De a in 'bijna' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 22 - Quiz

De a in 'wangen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 23 - Quiz

Klankgroepen maken 
We gaan oefenen met klankgroepen maken. 
Klappen jullie mee? 

Slide 24 - Diapositive

regen
A
re-gen
B
reg-en

Slide 25 - Quiz

hagelslag
A
hagel - slag
B
ha -gel -slag
C
ha-gelslag

Slide 26 - Quiz

waterkraan
A
wa-ter-kraan
B
water-kraan
C
wat-erkraan

Slide 27 - Quiz

Huiswerk

maak opdracht 14 tm 19 

blz 36 tm 42



Slide 28 - Diapositive