Gehoorschade

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je gehoor werkt
  • Je weet hoe gehoorschade kan ontstaan
  • Je kunt informatie uit een audiogram interpreteren
  • Je kunt voor verschillende situaties beredeneren welke maatregel voor beperking van geluidsoverlast geschikt zijn.

Slide 3 - Diapositive

Opbouw van het oor
Je oor bestaat uit drie delen: 
* het buitenoor
* het middenoor 
* het binnenoor

Slide 4 - Diapositive

Het buitenoor
  • oorschelp
  • gehoorgang
  • trommelvlies
    Het buitenoor vangt geluid op en leidt dat naar het middenoor. Luchttrillingen gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies waar ze worden omgezet in mechanische trillingen.

Slide 5 - Diapositive

Het middenoor
  • gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)
    Het middenoor begint bij het trommelvlies en eindigt bij het ovale venster.
    De belangrijkste functies van het middenoor zijn het versterken en doorgeven van geluidstrillingen aan het binnenoor.

Slide 6 - Diapositive

Het binnenoor
  • slakkenhuis
  • gehoorzenuw
  • evenwichtsorgaan
    Het binnenoor zet geluiden om in elektrische pulsjes die door de gehoorzenuw naar de hersenen worden gestuurd.

Slide 7 - Diapositive

Het binnenoor
Het slakkenhuis is eigenlijk een opgerolde slang gevuld met vloeistof en zo'n 15.000 trilhaartjes.
Geluid dat binnenkomt zet de vloeistof in het slakkenhuis in beweging waardoor ook de trilhaartjes bewegen.
Zij zorgen voor de elektronische pulsjes.
Deze elektronische pulsjes gaan via de gehoorzenuw naar het auditieve deel van de hersenen en worden daar verwerkt.

Slide 8 - Diapositive

"Technische specificaties"
Een goed werkend oor kan:
  • toonhoogten waarnemen tussen de 20 Hz en de 20.000 Hz (20kHz)
  • geluidssterktes waarnemen van 0 dB tot meer dan 120 dB

Slide 9 - Diapositive

"Technische specificaties"
Een goed werkend oor kan:
  • toonhoogten waarnemen tussen de 20 Hz en de 20.000 Hz (20kHz)
  • geluidssterktes waarnemen van 0 dB tot meer dan 120 dB

Slide 10 - Diapositive

"Beperkingen"
  • tonen onder de 20 Hz noemen we infrasoon

  • tonen boven de 20.000 Hz noemen we ultrasoon

  • geluiden die te zacht zijn kun je niet horen

  • geluiden die te hard zijn schadelijk en doen pijn aan je oor

Slide 11 - Diapositive

Frequentiebereik gehoor

Slide 12 - Diapositive

Oorzaken van gehoorschade
  • kortdurende extreme overbelasting (explosie o.i.d.)
    Hier is dan vaak sprake van beschadiging van het trommelvlies.
  • geregelde grote overbelasting (concerten en discotheek)
    In dit geval treedt schade op aan de trilharen in het slakkenhuis.
  • langdurige overbelasting, meestal in een bepaald frequentiebereik (werken met een schuurmachine, cirkelzaag, stofzuiger e.d.)
    Ook hierbij worden trilharen beschadigd, vaak voor beperkte frequenties.
  • veroudering en ziekte

Slide 13 - Diapositive

Meten van gehoorschade
Gehoorschade leidt meestal tot een verminderd gehoor.
Dat wil zeggen dat geluiden voor jou pas hoorbaar worden als ze harder zijn dan normaal.
In de grafiek zou dit zichtbaar worden in een gehoordrempel die hoger ligt!

Een audicien kan meten hoeveel dB jouw gehoor is achteruitgegaan.
Hij maakt dat zichtbaar in een audiogram.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Voorbeeld audiogram

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld audiogram

Slide 17 - Diapositive

Wanneer wordt gehoorverlies problematisch?

Slide 18 - Diapositive

Wanneer wordt gehoorverlies problematisch?

Slide 19 - Diapositive

Wanneer wordt gehoorverlies problematisch?

Slide 20 - Diapositive

Geluidsoverlast
Het ontstaan van geluidsoverlast kun je op drie plaatsen bestrijden:
  • bron
    Hier zorg je ervoor dat er gewoon minder lawaai ontstaat
  • medium
    Hier voorkom je dat het geluid dat ontstaat zich ver kan verplaatsen
  • ontvanger
    Hierbij gebruikt je gehoorbescherming zoals oordoppen of kappen.

Slide 21 - Diapositive