Thema 2 BS 4: 'Hoeveel is gezond?'

Thema 2 BS 4: 'Hoeveel is gezond?'
Wat is het verschil tussen deze buikjes?
Welke eetstoornissen zijn er?
Wat gebeurd er als je een maand lang alleen McDonalds eet?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 BS 4: 'Hoeveel is gezond?'
Wat is het verschil tussen deze buikjes?
Welke eetstoornissen zijn er?
Wat gebeurd er als je een maand lang alleen McDonalds eet?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen


  • Je moet oorzaken en gevolgen van overgewicht kunnen noemen.
  • Je moet kunnen aangeven hoe je bepaald of een gewicht gezond is
  • je moet goede en minder goede manieren van afvallen kunnen noemen.
  • Je moet oorzaken en voorbeelden van eetstoornissen kunnen noemen. 
  • Je moet kunnen rekenen met Joule, kJ, calorieën en kcal

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je voedsel wordt gebruikt als brandstof, bouwstof, beschermende stof of reservestof.
Uit welke haalt je lichaam zijn energie?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
Joule of calorie 
kilojoule (kJ) & kilocalorie (kcal)

1 kJ = 1000 Joule
1 kcal = 1000 cal
1 kcal = 4,2 kJ
2
2

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welke factoren kan de energiebehoefte van een mens afhangen?

Slide 5 - Carte mentale

geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning, klimaat & seizoen
Energiebehoefte
  • geslacht
  • leeftijd
  • lichaamsgrootte
  • lichamelijke inspanning
  • klimaat of seizoen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte en energie inname

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
behoefte

Kilocalorie
(kcal)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Etiketten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Etiket

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In balans?
balans = energieopname & verbruik zijn gelijk

oorzaken overgewicht?
gevolgen overgewicht?

Slide 11 - Diapositive

oorzaken = te veel en te vet eten > reservestof & aanleg
gevolgen = 
hart & vaat-ziekten
suikerziekte (type 2)
slecht voor je gewrichten

obesitas = extreem overgewicht

Ondergewicht
te weinig bouwstoffen en te weinig brandstoffen

oorzaak: te kort aan eiwitten
-langzame groei & ontwikkeling
-hersenschade

Slide 12 - Diapositive

worden sneller ziek / bloedarmoede
bloedarmoede: te weinig rode bloedcellen, of die werken niet goed

hongeroedeem: slechte of eenzijdige voeding
Verzoorzaakt door: OVERGEWICHT
Veroorzaakt door: ONDERGEWICHT
hart- en vaatziektes
Suikerziekte (type 2)
snel ziek worden
Bloedarmoede

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Over/ondergewicht
Gezond = dagelijks eet je evenveel als je energiebehoeft
Afvallen = dagelijks eet je minder dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > ondergewicht
Aankomen = dagelijks eet je meer dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > overgewicht

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Af vallen
ADH = Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid

Niet eten of minder dan de ADH eten is een SLECHTE manier van af vallen

Slide 15 - Diapositive

gezonder eten: meer groente & fruit
meer bewegen
minder suiker en vet
Welke eetstoornissen ken je?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetstoornissen
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
- extreem afvallen & bang om aan te komen
Binge eating disorder (BED)
-vreetbuien 
hulp?             Diëtiste

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen


  • Je moet oorzaken en gevolgen van overgewicht kunnen noemen.
  • Je moet kunnen aangeven hoe je bepaald of een gewicht gezond is
  • je moet goede en minder goede manieren van afvallen kunnen noemen.
  • Je moet oorzaken en voorbeelden van eetstoornissen kunnen noemen. 
  • Je moet kunnen rekenen met Joule, kJ en calorieën

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

supersize me
filemond staat strak