Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Spelling - Blok 9 - Week 2 - Les 1
Slide 1 - Diapositive
Zet de volgende zin in de verleden tijd: Zij weten.
Slide 2 - Question ouverte
Zet de volgende zin in de voltooide tijd: Hij ontmoet.
Slide 3 - Question ouverte
Zet de volgende zin in de tegenwoordige tijd: Heeft zij verbonden?
Slide 4 - Question ouverte
Typ het land waar het raadsel overgaat: De stad Jerusalem ligt in dit land. De kleuren van de vlag zijn wit en blauw. En het begint met een I
Slide 5 - Question ouverte
Typ het land waar het raadsel overgaat Het land ligt in Zuid-Amerika. Het Amazonegebied ligt er. De kleuren van de vlag zijn groen en geel. Een bekende stad in het land is Rio de Janeiro.
Slide 6 - Question ouverte
Typ het land waar het raadsel overgaat: Het land staat bekend om pizza's, spaghetti en de Toren van Pisa
Slide 7 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 8 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: de jury
Slide 9 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 10 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: de viool
Slide 11 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 12 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: de xylofoon
Slide 13 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 14 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: de versiering
Slide 15 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 16 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: de lampion
Slide 17 - Question ouverte
Luister naar het woord wat wordt voorgelezen en typ het
Slide 18 - Question ouverte
Typ het volgende woord nog een keer goed: splinternieuw
Slide 19 - Question ouverte
Luister naar de zin die wordt voorgelezen en typ het
Slide 20 - Question ouverte
Typ de volgende zin nog een keer goed: Joost, ik was blij met het mooie compliment voor mijn twee prestaties.