oefentoets hoofdstuk 3

Klimaat 
KLIMAAT
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Klimaat 
KLIMAAT

Slide 1 - Diapositive

Klimaat

Slide 2 - Carte mentale

Hoge breedte
Lage breedte

Slide 3 - Question de remorquage


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Land klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 4 - Quiz


A
steppeklimaat
B
savanneklimaat
C
woestijnklimaat
D
landklimaat

Slide 5 - Quiz


A
hooggebergte klimaat
B
Land klimaat
C
Pool klimaat
D
Zee klimaat

Slide 6 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Land klimaat
D
Droog klimaat

Slide 7 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Toendra klimaat
B
Steppe klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Landklimaat

Slide 8 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Hooggebergteklimaat
C
Toendraklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 9 - Quiz

luchtlaag rondom de aarde heet
A
atmosfeer
B
dampkring
C
condens
D
stuwdam

Slide 10 - Quiz

De atmosfeer is een soort deken die over de aarde heen ligt. Dankzij de atmosfeer is het lekker warm op aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hoe hoger, hoe ...?
A
Warmer
B
Kouder

Slide 12 - Quiz

Het is warm in het tropisch regenwoud door:
A
Het afbranden van de bossen
B
De zon die loodrecht op de evenaar schijnt
C
De schuine zonnestralen op de evenaar
D
de vele regenbuien

Slide 13 - Quiz

Klimaat diagram
  1. Wat is de maximale temperatuur?
  2. Wat is de minimale temperatuur?
  3. Is er veel of weinig neerslag. 
  4. Waar zou dit zijn?

Slide 14 - Diapositive

Seizoenen worden veroorzaakt door de draaiing van de
A
aarde om haar as
B
aarde om de zon
C
maan om haar as
D
maan om de aarde

Slide 15 - Quiz

Dag/nacht worden veroorzaakt door de draaiing van de
A
aarde om haar as
B
aarde om de zon
C
maan om haar as
D
maan om de aarde

Slide 16 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Wat ontstaat er door de draaiing van de aarde om de zon?
A
Winden
B
Neerslag
C
Seizoen (jaargetijden)
D
Dag en nacht

Slide 17 - Quiz

Waarom is het tijdens de zomer warmer op het noordelijk halfrond?
A
Omdat de zon dan dichter bij de aarde staat
B
Omdat het noordelijk halfrond naar de zon toegekeerd staat.
C
Omdat de zon dan naar de aarde toegekeerd staat
D
Door de draaiing van de aardbaan

Slide 18 - Quiz

Op de noordpool hebben zij in de winter:
A
pooldag
B
grote invalshoek
C
hoge zonnestand
D
poolnacht

Slide 19 - Quiz

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken

Slide 20 - Quiz

Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar

Slide 21 - Quiz

Wolken worden gevormd als waterdamp ...
A
Verdampt
B
Condenseert

Slide 22 - Quiz

Stijgingsregen ontstaat bij een gebertgte.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Op de afbeelding
zie je...
A
Stijgingsregen
B
Frontale regen
C
Stuwingsregen

Slide 24 - Quiz

Welke soort neerslag zie je op de afbeelding?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
D
Depressie

Slide 25 - Quiz

hebben jullie nog vragen?

Slide 26 - Question ouverte

Voor de toets
Zorg dat je goed voorbereid bent. 
Maak de moeilijke opgaven nog een keer. 
Heb je een vraag. mail mij!

Heel veel succes!!!

Slide 27 - Diapositive