Nakijken Fictie H4/H5, uitleg 4.11 + maken 6 en 7

- Nakijken vragen bij De lifter
- Uitleg pleonasme en tautologie
- Hw: opdr. 6 en 7 van Over taal H4

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

- Nakijken vragen bij De lifter
- Uitleg pleonasme en tautologie
- Hw: opdr. 6 en 7 van Over taal H4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Fictie H4/H5:
- Je kunt de spanning, ruimte en sfeer in een verhaal benoemen.
- Je weet het verschil tussen een thema en moraal. 
- Je kunt de diverse soorten tijd in een verhaal benoemen. 
- Je weet vanuit welk perspectief een verhaal word beschreven.
- Je kent twee manieren waarop een verhaal kan beginnen.
- Je kent twee manieren waarmee een verhaal kan eindigen.

Over taal H4:
- Je weet wat tautologie en pleoasme zijn (en wanneer dit fout wordt gebruikt).

Slide 2 - Diapositive

De lifter

Beantwoord de volgende vragen over het leesboekfragment:

- In welke tijd speelt dit verhaal zich af?

- Hoe is de tijdsvolgorde?

- Vanuit wie wordt het verhaal verteld en hoe beschrijft de schrijver dit?

- Wat is het thema van dit verhaal?

- Omschrijf het soort begin en einde.


Slide 3 - Diapositive

Foutief pleonasme en foutieve tautologie
Op het moment dat je tautologie of pleonasme niet als stijlfiguur, maar onbewust verkeerd in een tekst verwerkt, spreek je van foutief pleonasme en foutieve tautologie.

Bovendien moet ik morgen mijn huiswerk ook nog afmaken.
Wat zou het toch fijn zijn als er met Kerst een mooi pak witte sneeuw valt.






Slide 4 - Diapositive

Wat is het?
Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren: manieren om iets op een bijzondere manier te vertellen. 

Doel: extra benadrukken of extra betekenis geven.

Slide 5 - Diapositive

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden pleonasme
  • witte sneeuw
  • omhoog stijgen
  • snelle sprint
  • grijze mist
Voorbeelden tautologie
  • vast en zeker
  • keurig netjes
  • maar echter

Slide 7 - Diapositive

Bedenk zelf een voorbeeld
van pleonasme of tautologie.

Slide 8 - Carte mentale

Foutief gebruikt!
Wanneer een schrijver tautologie of pleonasme verkeerd of onbewust gebruikt, spreek je van:
- foutieve tautologie
- foutief pleonasme

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Huiswerk

Over taal H4:

- opdr. 6

- opdr. 7


(blz. 201 - 202)


Slide 11 - Diapositive