Voorbereiding Toetsweek (2be)

Voorbereiding Toetsweek
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding Toetsweek

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Herhaling de Verlichting
  • Oefentoets + bespreking
  • Kahoot 

Slide 2 - Diapositive

Welk Woord Weg
Absolutisme - Standenmaatschappij - Droit Divin

Slide 3 - Diapositive

Welk Woord Weg
Verlichting - Ratio - Wetenschappelijke Revolutie

Slide 4 - Diapositive

Welk Woord Weg
Grondrechten - Democratie - Driemachtenleer

Slide 5 - Diapositive

Welk Woord Weg
John Locke - Charles Montesquieu - J.J. Rousseau

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag!
  • Oefentoets maken
  • Individueel, met het boek erbij
  • 25 minuten
  • Daarna gaan we de vragen nabespreken

Slide 7 - Diapositive

Oefentoets - Vraag 1 + 2
Vraag 1
(2) Regent en stapelmarkt

Vraag 2
(1) Nieuwe dingen doen/ avontuur/ buiten de hokjes denken/ nieuwe handel.
(2) Misdaden van JP Coen, inzet van slaven, winst maken ten koste van anderen, oorlog.

Slide 8 - Diapositive

Oefentoets - Vraag 3
  1. Geestelijkheid
  2. de Staten
  3. Staatsgezinden
  4. minder

Slide 9 - Diapositive

Oefentoets - Vraag 4
Absolute Monarchie - Frankrijk
Voordeel: Een persoon heeft de macht en deze persoon kan het beleid bepalen. Je hoeft geen overleg te voeren met meerdere mensen.
Nadeel: Omdat maar één persoon de macht heeft, kan diegene ook verkeerde keuzes maken. Daarnaast heeft de bevolking niets in te brengen.

Republiek der Verenigde Nederlanden
Voordeel: Ieder gewest behield een zekere mate van zelfstandigheid, waardoor de regels passend waren per gewest.
Nadeel: Alleen de regenten hadden politieke functies, het was lastig om je als gewone burger op te werken naar een politieke functie.

Slide 10 - Diapositive

Oefentoets - Vraag 5
  1. (2) Rousseau vindt het slecht aan de standenmaatschappij dat mensen dan niet hetzelfde zijn vanwege de indeling in standen. Want ik lees in de bron “omdat alle mensen gelijk zijn, tot welke stand zij ook behoren”.
  2. (1) Volgens Rousseau is de ideale manier om een land te besturen een democratie. Hij vond dat het volk de macht moest hebben.

Slide 11 - Diapositive