Les 6: Schoonmaken

• Zelfzorg
• MBO
• Studiejaar 1

Kleding

Les 6

IOZ

Planning periode

Lesweek 1: Introductieweek

Lesweek 2: Introductie op participatie

Lesweek 3: Piramide van Maslow en Leefomgeving

Lesweek 4: Schoonmaken

Lesweek 5: Workshopweek

Lesweek 6-7: Kleren wassen en strijken

Lesweek 8-9: Slaapkamer

Lesweek 10: Workshopweek

Lesdoelen

• Je kunt benoemen wat het belang is van schoonmaken.
  
• Je kunt vier groepen van vuil benoemen.
  
• Je kunt benoemen wie schoonmaken in instellingen.
  
• Je kunt de vier schoonmaakmethoden droog, klamvochtig, nat schoonmaken en desinfecteren uitleggen.
  
• Je kunt benoemen hoe vaak je schoonmaakwerkzaamheden uitvoert en wanneer (dagelijks, wekelijks of anders).
  
• Je kunt beschrijven welke schoonmaakmiddelen en -methoden je toepast bij verschillende schoonmaakwerkzaamheden.
  
• Je kunt beschrijven hoe je de huishoudelijke zorg op een ergonomische, veilige, milieubewuste, efficiënte, hygiënische, kostenbewuste manier vormgeeft.

Thieme

Heeft iedereen alle opdrachten terug kunnen vinden?

Hoever ben je met het maken van de opdrachten?

Wat zijn de functies van kleding?

Hoe kan jij als begeleider een rol spelen in de keuzes die cliënten maken bij de aanschaf van kleding?

1

2

3

4

5

6

7

Was verzamelen

Opruimen

Wassen

Kleding herstellen

Strijken

Vouwen

Sorteren

Drogen

Waar of niet waar?
Door het strijken van kleding kan je bacteriën doden

1. Waar
2. Niet waar

Stelling: Schoonmaken is een vrouwentaak

Ja,, daar ben ik het mee eens

Nee, daar ben ik het niet mee eens

Vuil

Je kunt vuil indelen in vier groepen:

• losliggend vuil
• licht gehecht of aangekleefd vuil
• sterk gehecht of ingedrongen vuil
• onzichtbaar vuil

Noem een voorbeeld van sterk gehecht of ingedrongen vuil

Ontvlambaar

Agressief/bijtend

Irriterend

Langetermijn gezondheidsgevaar

Waar houd jij rekening mee als je schoonmaakmiddel gebruikt?

Lesdoelen

Je kunt benoemen wat het belang is van schoonmaken.

Je kunt vier groepen van vuil benoemen.

Je kunt benoemen wie schoonmaken in instellingen.

Je kunt de vier schoonmaakmethoden droog, klamvochtig, nat schoonmaken en desinfecteren uitleggen.

Je kunt benoemen hoe vaak je schoonmaakwerkzaamheden uitvoert en wanneer (dagelijks, wekelijks of anders).

Je kunt beschrijven welke schoonmaakmiddelen en -methoden je toepast bij verschillende schoonmaakwerkzaamheden.

Je kunt beschrijven hoe je de huishoudelijke zorg op een ergonomische, veilige, milieubewuste, efficiënte, hygiënische, kostenbewuste manier vormgeeft.

Welk leerdoel heb je nog niet behaald?