Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hww, kww en zww 2havo
10 min lezen,
leg je huiswerk op tafel
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
10 min lezen,
leg je huiswerk op tafel
Slide 1 - Diapositive
Planning van vandaag
- Herhaling woordsoorten
- Uitleg zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord
- Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Welk woord is een voorzetsel?
A
Ik
B
werken
C
op
D
mooie
Slide 3 - Quiz
Wat is het bn in de volgende zin:
Hij lag onder een stenen brug.
A
Hij
B
lag
C
stenen
D
brug
Slide 4 - Quiz
Welk woord is een vragend voornaamwoord?
A
aan
B
waarom
C
goed
D
wie
Slide 5 - Quiz
Wat is het aanw.vnw in de volgende zin: Kirsten moest dat kettinkje nog teruggeven aan Myrna.
A
dat
B
kettinkje
C
nog
D
aan
Slide 6 - Quiz
Hulpwerkwoord, koppelwerkwoord en zelfstandig werkwoord
Slide 7 - Diapositive
Zelfstandig werkwoord
afk= zww
Als je de werkwoorden uit de zin haalt, dan is dit het belangrijkste werkwoord. Vaak staat deze achterin in de zin.
Voorbeeld: Zij hebben fietsen
gestolen
.
Slide 8 - Diapositive
Wat is het zww in de volgende zin:
Marcus zwom naar de kant.
A
Marcus
B
zwom
C
naar
D
kant
Slide 9 - Quiz
Wat is het zww in de volgende zin:
Kiki ging varen op zee.
A
ging
B
varen
C
op
D
zee
Slide 10 - Quiz
Koppelwerkwoord
Kennen jullie ze al?
Als er een koppelwerkwoord in de zin staat, dan dóét het onderwerp niet iets maar ís het onderwerp iets. Zinnen kennen een kww óf een zww.
Hij is aardig, hij bleek lief, zij bleef geduldig.
Slide 11 - Diapositive
Let op
Soms lijkt een woord een koppelwerkwoord, maar is het toch een zelfstandig naamwoord:
- zegt 'zijn' of 'blijven' iets over de locatie, dan is het een zww
- is 'schijnen' een werkwoord die wat dóét zoals in de zin 'de zon schijnt' dan is het een zww.
Slide 12 - Diapositive
Welk woord is GEEN koppelwerkwoord?
A
blijven
B
schijnen
C
kijken
D
lijken
Slide 13 - Quiz
Welk woord is GEEN koppelwerkwoord?
A
maken
B
zijn
C
worden
D
blijken
Slide 14 - Quiz
Hulpwerkwoord
Afk= hww
Vrij simpel: heb je het zww of het kww gevonden? De andere werkwoorden in de zin zijn de hulpwerkwoorden!
Let op: bij zinnen met meer werkwoorden is de persoonsvorm een hww.
Slide 15 - Diapositive
Wat zijn de hww in de volgende zin:
Hij heeft mij met de troep laten zitten
A
heeft, troep
B
heeft, laten
C
laten, zitten
D
heeft, zitten
Slide 16 - Quiz
Wat is het hww in de volgende zin:
Anna is niet erg geduldig geweest
A
is
B
niet
C
geduldig
D
geweest
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Huiswerk:
Cursus 5 grammatica
§6 zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord
Opdracht 1, 2 en 4
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoorden: hww/zww/kww 2h
Octobre 2019
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NOG NIET AFGrammatica: koppelwerkwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2,3
kww, zww, hww
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Werkwoordsoorten zww - hww - kww
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Werkwoorden: hww/zww/kww
Mars 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Werkwoordsoorten
Janvier 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Woordbenoemen - zww, kww en hww
Novembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2