3A 5.3 Genen en allelen les 1

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
Zelfstandig stil 

Pak je boek en lees 5.3 Genen en allelen t/m 'Genvariant of allel'. 

Klaar? 

Lees het nogmaals en probeer de leerstof te onthouden.



 
 



Welkom
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas doe je uit
  4. Pak je boek, schrift + pen 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 3 --> Genen en allelen
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Diapositive

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
5.1 Genotype en fenotype
5.2 Chromosomen
5.3 Genen en allelen les 1
5.4 Transcriptie
5.5 De evolutietheorie
5.6 Geschiedenis, leven op aarde
5.7 DNA-technieken
5.8 Dominant of recessief
5.9 Kruisingen

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Slide 6 - Diapositive

DNA
  • DNA bevat de informatie voor
erfelijke eigenschappen (genen).
  • De bouwsteentjes (basen) van DNA 
vormen een code.
  • Een stukje DNA wat codeert voor 
een eigenschap noem je een gen. 



Slide 7 - Diapositive

DNA

Slide 8 - Diapositive

DNA-sequentie
Volgorde (= sequentie) van de basen in het DNA

4 Basen: A,  T,  G en C 

AGCCGTATTGACGGTATCGCGTA
|  | |  | |  | | | | | |  | | |  | | | | |  |  | | | | | |  TCGGCATAACTGCCATAGCGCAT

Slide 9 - Diapositive

Basenparen: A-T / T-A en C-G / G-C

Slide 10 - Diapositive

Genen
             Gen                            Eiwit                        Fenotype

Slide 11 - Diapositive

Allelen 
Genvariant = allel
informatie op een gen (of de invulling van de eigenschap)


Allelenpaar = de 2 allelen van een gen.


Slide 12 - Diapositive

Allelen 
  • Sommige allelen zijn sterker dan anderen. Dit noem je dominant.
  • Het allel voor krullend haar is in dit voorbeeld dominant en uit zich dus in het fenotype.
Allelenpaar = de 2 allelen van een gen
2 gelijke allelen --> homozygoot
2 ongelijke allelen (b.v. 1 voor krullend haar en 1 voor stijl haar) --> heterozygoot

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Lezen 5.3
Maken opdracht 1 en 2

Lezen Klonen (blz. 126)
Maken opdracht 10

Klaar? 
Maak dan opdracht 3 en 4

Slide 14 - Diapositive